Dat blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek maandag publiceerde.

De meeste passagiers, dertig miljoen, bleven in Europa, de rest zat aan boord van intercontinentale vluchten. Het passagiersvervoer in Europa groeide de afgelopen jaren vrijwel constant, ondanks de oorlog in Irak, de uitbraak van de SARS-epidemie en de aanslagen in de Verenigde Staten op 11 september 2001.

Het passagiersverkeer van en naar Azië en Noord-Amerika toonde herstel na een forse dip in de afgelopen jaren. Afrika, dat een relatief klein aandeel heeft in de wereldluchtvaart, toont al jaren mooie groeicijfers. Sinds 1997 nam de reizigersstroom van en naar dat continent toe met 60 procent naar ruim twee miljoen mensen.

Het goederenvervoer bereikte net als de burgerluchtvaart een recordhoogte dankzij een toename van 20 procent. In totaal werd er in 2004 bijna 1,5 miljoen ton vracht vervoerd via Nederlandse luchthavens. Bijna alle (95 procent) luchtvracht van en naar Nederland heeft een bestemming of vertrekpunt op een ander continent.

De economische groei in Aziatische landen, China voorop, is zichtbaar in de vrachtcijfers. Meer dan de helft van het vrachtvervoer gaat van en naar Azië. Japan, China, Hongkong, de Verenigde Arabische Emiraten en Israel zijn goed voor de meest omvangrijke goederenstromen.