Demonstraties in China tegen Japan
In de hoofdstad Peking en andere Chinese steden is zaterdag en zondag gedemonstreerd tegen Japan. De Japanse overheid keurde afgelopen week een schoolboek goed waarin de oorlogsmisdaden die Japan in de eerste helft van de vorige eeuw in onder andere China beging, vergoelijkt zouden worden.
In verband met de anti-Japanse demonstraties zag de Japanse minister van Buitenlandse Zaken, Machimura, zich genoodzaakt de Chinese ambassadeur in Japan te ontbieden. De minister eist dat China zijn excuses aanbiedt omdat zo’n 1000 demonstranten zaterdag in Peking ruiten van de Japanse ambassade ingooiden. Japan wil ook dat China de schade vergoedt.
Ambassadeur Wang Ti zei na de ontmoeting met Machimura dat zijn land de geweldadige acties niet goedkeurt. De regering in Peking maande de demonstranten tot kalmte.
Volgens woordvoerder Ide Keiji van de Japanse ambassade deed de politie niets om te verhinderen dat de demonstranten het ambassadegebouw met stenen bekogelden. Eerder op de dag hadden in de universiteitswijk van Peking meer dan 6000 mensen tegen Japan gedemonstreerd. Daarbij werden Japanse vlaggen in brand gestoken en auto’s van Japanse makelij vernield. De demonstratie was de grootste in Peking sinds 1999, toen de Amerikaanse ambassade werd belegerd nadat NAVO-gevechtsvliegtuigen tijdens de Kosovo-oorlog de Chinese ambassade in Belgrado hadden gebombardeerd. Doorgaans worden demonstraties in Peking verboden.
In de zuidwestelijke stad Chengdu werden zaterdag de ruiten van een Japans warenhuis ingegooid. In Shenzhen, in het zuiden van China, omsingelden ongeveer 10.000 demonstranten gisteren een Japanse supermarkt. Er werd geroepen om een boycot van Japanse artikelen. In Guangzhou, ook in het zuiden, trokken zo’n 3000 mensen op naar het Japanse consulaat. De politie hield hen echter tegen. Japanse restaurants in de stad werden met eieren bekogeld.
Het omstreden geschiedenisboek voor middelbare scholieren was al in 2001 goedgekeurd, tot woede van China en Zuid-Korea. Beide regeringen vonden dat Japan zich een veel te glorieuze rol had toegemeten, terwijl het land volgens hen juist agressief was geweest tegen de buurlanden. Zij wezen op de Japanse annexatie van het Koreaanse schiereiland en het bloedbad in de toenmalige Chinese hoofdstad Nanking. Nadat de auteurs 124 wijzigingen hadden doorgevoerd, gaf het ministerie van Onderwijs dinsdag definitief toestemming tot publicatie.
De Chinese demonstraties waren ook gericht tegen het streven van Japan naar een permanente zetel in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.