Opinie

Discriminatie

8 April 2005 22:21Gewijzigd op 14 November 2020 02:25

De plannen voor een antidiscriminatiewet, zoals die in de jaren tachtig en negentig gestalte kregen, riepen in orthodox-christelijke kring grote bezwaren op. Op allerlei manier werd het verzet daartegen gemobiliseerd.Straks zouden christelijke organisaties in hun personeelsbeleid en bij het aanbieden van diensten geen onderscheid meer mogen maken naar sekse, burgerlijke staat of homoseksualiteit. In principe zouden dat voor hen geen relevante gezichtspunten meer mogen zijn.

Kerken bleven gelukkig buiten de wet. Vrouwen die hun weg naar de kansel geblokkeerd zagen, zouden er geen beroep op kunnen doen. Voor het onderwijs werd een beperkte uitzondering gemaakt.

Voor het overige werd met de bezwaren geen rekening gehouden. De overgrote meerderheid zag deze wet als een aanzienlijke vooruitgang. Trouw noemde in zijn commentaar de Algemene wet gelijke behandeling een teken van beschaving.

Nu is discriminatie een gecompliceerd begrip. Wat laat je er onder vallen en wat niet? Rechterlijke uitspraken in zaken waarbij het begrip discriminatie in het geding is, pakken soms verrassend uit.

Bij discriminatie gaat het immers om het maken van onderscheid dat niet gerechtvaardigd is. Maar wanneer is het verschil tussen twee gevallen groot genoeg en relevant genoeg om onderscheid in behandeling te rechtvaardigen en wanneer moet, ondanks bepaalde verschillen, het gelijkheidsbeginsel domineren?

Vandaar dat een speciale Commissie Gelijke Behandeling in het leven is geroepen om over allerlei vermeende gevallen van discriminatie te oordelen. Die uitspraken zijn niet direct bindend, maar wie bij de Commissie Gelijke Behandeling gelijk kreeg, kon er tamelijk zeker van zijn dat hij ook in het gelijk gesteld zou worden wanneer hij vervolgens naar de rechter ging.

In de loop der jaren wendden ook mensen uit orthodox-protestantse kring zich tot de commissie wanneer ze vonden dat ze vanwege hun godsdienstige overtuiging gediscrimineerd werden. Die uitspraken vielen nogal eens gunstig uit.

Omgekeerd kregen christelijke organisaties niet zo vaak te maken met klachten op grond van de AWGB. Dat kan natuurlijk ook zijn omdat ze zich -soms tegen hun eigen principes in- angstvallig aan de wet hielden. Hoe het ook zij, in de kring van hen die destijds zeer tegen de AWGB gefulmineerd hadden, ging het beeld ontstaan dat het allemaal wel meeviel.

Vandaar dat het een teleurstelling is dat de commissie deze week tot de conclusie kwam dat de christelijke datingsite Crosspoint een verboden onderscheid maakt op het punt van godsdienst door een rooms-katholiek te weigeren. Ook mensen die op zoek zijn naar een homoseksuele relatie zou men niet buiten mogen sluiten.

Hier komen de consequenties van de AWGB weer duidelijk naar voren. Godsdienst mag in het maatschappelijk verkeer geen relevante factor meer zijn en dat leidt ertoe dat men ook bij huwelijksbemiddeling een persoon op grond van zijn godsdienst niet mag uitsluiten.

Voor ons mag het logisch zijn dat bij het zoeken naar een huwelijkspartner de geloofsovertuiging van de ander een hoogst relevant punt is. En dat rooms-katholiek toch heel wat anders is dan christelijk gereformeerd. Maar voor de Commissie Gelijke Behandeling is dit discriminatie.

Wie weet is er nog een of andere ontsnappingsweg te vinden. Wanneer men onder de paraplu van een kerkelijke jeugdorganisatie gaat opereren, zou men wellicht met meer succes onder de antidiscriminatiewetgeving uit kunnen komen. Maar wellicht zal men dan genoodzaakt zijn iedereen te weigeren die niet tot de betreffende kerk behoort. Dat gaat wel erg ver.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer