Politie ontslaat drie medewerkers
Politiekorps Zuid-Holland-Zuid heeft drie medewerkers ontslagen wegens ernstig plichtsverzuim. De politiemensen waren betrokken bij drie autoritten van agenten buiten de regiogrenzen. Tijdens een van de uitstapjes werd „onbehoorlijk” rijgedrag geconstateerd.
De reislust van de politiemensen werd ontdekt omdat ze op een uitstapje naar Amsterdam in januari twee keer werden geflitst. Uit intern disciplinair onderzoek werd duidelijk dat in totaal drie ritten buiten de regio zijn gemaakt. In december en januari reden de agenten ’s nachts twee keer naar Amsterdam, staat in de conclusies die vrijdag bekend zijn gemaakt. Nog eens vier politiemedewerkers krijgen voorwaardelijk ontslag en vijf anderen zijn berispt.
Twee agenten (25 en 29 jaar) reden in december met een opvallend dienstvoertuig van Gorinchem naar Amsterdam om foto’s te maken bij Artis en in de Warmoesstraat. Medewerkers van de meldkamer waren op de hoogte maar grepen niet in. Tijdens de rit voerde de 29-jarige initiatiefnemer discriminerende en seksistische telefoongesprekken met een 45-jarige brigadier. Beiden zijn ontslagen. De 29-jarige agent was ook betrokken bij een bezoek aan een politiestudentenfeest in Rotterdam eind januari.
Een en ander kwam aan het licht door de snelheidsovertredingen van een agent (21 jaar) en een aspirant (22 jaar) die foto’s gingen maken bij de ArenA, Artis en op de Dam in de hoofdstad. Een 39-jarige brigadier gaf toestemming voor de rit. Hij is de derde ontslagen politieman.
Serieuze plannen om tijdens een nachtdienst naar Parijs te rijden, zijn nooit uitgevoerd, bleek uit het onderzoek.
De korpsleiding noemt het „onacceptabel” dat politiemensen in diensttijd, met dienstauto’s, zonder goede reden ver buiten hun bewakingsgebied zijn gegaan. De politie spreekt van imagoschade voor de hele organisatie en over collectieve verontwaardiging.
Uit verhoren is gebleken dat de medewerkers onvoldoende de ernst van hun misstappen beseffen. Verder werd duidelijk dat een groep politiemensen in staat is om ongewenst gedrag verborgen te houden. „De leiding moet zich afvragen hoe dit mogelijk is geweest en hoe dat in de toekomst voorkomen kan worden”, aldus de korpsleiding naar aanleiding van het onderzoek van het Bureau Interne Zaken van de politie Zuid-Holland-Zuid in samenwerking met dat van Rotterdam-Rijnmond.