EU geeft minder uit dan eerder voorzien
De uitgaven van de Europese Unie blijven volgend jaar ruim onder de eerder afgesproken bovengrens uit de meerjarenramingen, zo blijkt uit de eerste versie van de ontwerpbegroting. Dat betekent een meevaller voor het te vormen nieuwe kabinet in ons land.
Met het totaal van de plannen voor 2003 is een bedrag gemoeid van 98,2 miljard euro. Dat betekent een verhoging van 2,7 procent ten opzichte van het niveau in de lopende twaalf maanden. Landbouw slokt met 45,1 miljard euro veruit het grootste deel op. De omvang van het benodigde geld op dat terrein stijgt met 1,9 procent.
Eurocommissaris Schreyer (Begrotingszaken) heeft deze cijfers dinsdag bekendgemaakt. Het budget van de EU wordt de komende tijd besproken door de Raad van Ministers uit de lidstaten en door het Europees Parlement. Die instellingen moeten uiteindelijk de beslissingen nemen over het huishoudboekje.
In 1999 zijn in Berlijn door de regeringsleiders de uitgavenplafonds vastgesteld voor de periode 2000 tot en met 2006. De begroting voor volgend jaar valt 4,7 miljard euro lager uit dan waarmee was gerekend in dat strakke financiële keurslijf. De vijftien landen zijn daardoor voordeliger uit. Zij behoeven minder middelen vanuit de nationale schatkist af te dragen aan de gemeenschappelijke kas in Brussel. Overigens kunnen onvoorziene gebeurtenissen dat beeld later nog wijzigen.
In het budget voor 2003 wordt rekening gehouden met de voorbereidingen voor de voorgenomen uitbreiding van de Unie in waarschijnlijk 2004. Dan treden naar verwachting tien kandidaat-lidstaten toe: Polen, Hongarije, Tsjechië, Letland, Estland, Litouwen, Slowakije, Slovenië, Cyprus en Malta. Daardoor komen er negen officiële talen bij.
Alleen de Europese Commissie al, het dagelijks bestuur van de EU, heeft uiteindelijk 3900 extra ambtenaren nodig, van wie bijna 1600 tolken en vertalers. Dat betekent een vergroting van het medewerkersbestand van 13 procent. In 2003 zullen reeds zo’n 500 arbeidskrachten worden aangetrokken.