Klachten bedrijfsleven over CO2-uitstoot ingewilligd
Een groot aantal concerns zoals Heineken, Pechiney en de Gasunie plus elektriciteitsbedrijven zoals Nuon en Essent hebben vrijdag in een tussenuitspraak van de Raad van State gelijk gekregen in de zaak die zij hadden aangespannen over de handel in broeikasgassen.
Staatssecretaris Van Geel (Milieu) en minister Brinkhorst (Economische Zaken) moeten nu binnen tien weken een nieuwe beslissing nemen, waarin zij het oordeel van de Raad van State moeten meenemen. In september doet de raad dan een definitieve uitspraak.
Bij emissiehandel draait het om de hoeveelheid CO2 die bedrijven in de periode 2005–2007 mogen uitstoten. Dat mechanisme maakt deel uit van de Kyoto–klimaatafspraken tegen de verdere opwarming van de aarde, die in februari in werking zijn getreden.
De toewijzing van de emissierechten aan idividuele bedrijven was vooral gebaseerd op de gemiddelde emissie van de jaren 2001 en 2002. Alleen bij bijzondere omstandigheden (zoals groot onderhoud of een calamiteit) kon ervan worden afgeweken. Volgens de raad is in een aantal gevallen „ten onrechte geen of onvoldoende rekening gehouden” met zulke omstandigheden.
De bezwaren van de Gasunie, Heineken Nederland en Pechiney Nederland, plus het academisch ziekenhuis in Groningen en de universiteit in Utrecht zijn volledig gegrond verklaard.
In de andere groep bedrijven die gedeeltelijk in het gelijk zijn gesteld, zit bijvoorbeeld Nuon, die bezwaar had gemaakt tegen de beoordeling van de historische emissie van de centrale IJmond en van de inzet van aardgas als reductiemaatregel bij de Willem Alexandercentrale in Buggenum.
Verder kwam de Raad van State tegemoet aan bezwaren van Electrabel Nederland (centrale Harculo en de Flevocentrale), Essent (Amer–7–centrale), Lyondell Chemie Nederland (BDO–fabriek), Yara Sluiskil (centrale Zepower) en Air Liquide (HYCO 3–installatie Bergen op Zoom).
Bedrijven die vooralsnog achter het net vissen zijn onder meer Corus, DSM en aardverwerker Aviko.