Tot 3,5 jaar cel voor Van Gogh-dieven
Het gerechtshof in Amsterdam heeft Octave D. en Henk B. vrijdag in hoger beroep veroordeeld tot achtereenvolgens 3,5 jaar en 3 jaar en 2 maanden cel voor de roof van twee schilderijen uit het Van Gogh Museum in december 2002. De twee 32-jarige mannen hebben altijd ontkend iets met de roof te maken te hebben. Justitie had vijf en viereneenhalf jaar cel geëist tegen D. en B.
Het hof zag in gevonden DNA–sporen, getuigenverklaringen en afgeluisterde telefoongesprekken voldoende bewijs dat D. en B. Zeezicht bij Scheveningen (1882) en Het uitgaan van de Hervormde Kerk te Nuenen (1884) hebben gestolen. Het hof veroordeelde de mannen ook tot het betalen van een schadevergoeding van 350.000 euro aan het ministerie van OCW, eigenaar van de werken, voor de nog altijd spoorloze schilderijen…
D. kreeg een hogere straf vanwege zijn betrokkenheid bij andere inbraken. De rechtbank in Amsterdam veroordeelde D. en B. vorig jaar nog tot 4,5 en 4 jaar gevangenisstraf. De rechtbank keek hierbij ook naar het extreme uitgavenpatroon van de twee een paar maanden na de roof.
De advocaten blijven bij hun standpunt dat de twee mannen erin zijn geluisd. Onbekenden zouden bij het museum dwaalsporen hebben achtergelaten in de vorm van een petje en een muts die van D. en B. afkomstig zijn. In beide hoofddeksels zijn DNA–sporen gevonden. „De zaak is afgedaan, maar niet opgelost”, aldus advocaat B. Ficq. De raadslieden beraden zich nog of ze in cassatie zullen gaan. „Maar de zaak is procedureel keurig verlopen. Het was een eerlijk proces”.
De advocaten voerden in hoger beroep aan dat er een erg kleine kans is dat twee inbrekers zowel hun pet als hun muts laten vallen. Ook kon de roof volgens de raadslieden nooit binnen een paar minuten hebben plaatsgevonden en kwamen schoensporen buiten het museum niet overeen met schoensporen in het museum, bij de plek waar de schilderijen van de muur zijn gerukt.
„Dit steunt niet op verifieerbare feiten en omstandigheden, maar op veronderstellingen”, aldus het hof. Dat D. en B. geen alibi hadden voor de bewuste zaterdagochtend 7 december toen de roof plaatshad, maakt hun zaak volgens het rechtscollege er niet sterker op. „Nu de kans reëel is dat de twee doeken nooit meer zullen worden teruggevonden, wordt door het handelen van de twee verdachten de hele kunstwereld getroffen”, aldus het hof.