Een warm welkom voor Israëliërs in Ter Apel
Toen in een nieuwsuitzending het verhaal van een slachtoffer van een Palestijnse zelfmoordaanslag in Jeruzalem werd afgebroken voor sportnieuws, was voor Izaak Sevensma de maat vol. Hij besloot zijn camping in het Groningse Ter Apel gratis open te stellen voor Israëliërs die de spanning in eigen land een poosje willen ontvluchten. „Ik wilde wat doen en dit is iets wat ik kan doen.”
Twee caravans, twee trekkershutten en onbeperkte ruimte voor het opzetten van tenten wachten op Israëliërs die de terreur moe zijn.
Natuurlijk staan er bij de hekken van camping ”Moekesgat” in de gemeente Vlagtwedde geen zwaarbewapende militairen. En natuurlijk hoef je bij binnenkomst geen paspoort te laten zien. En een toegangspoortje waar bezoekers gescand worden op wapens of explosieven is al helemaal ver te zoeken. Want Groningen ligt ver van Israël en het woordje ”intifada” klinkt hier nog steeds vreemd in de oren.
Camping Moekesgat is nog duidelijk niet ontwaakt uit de vaste winterslaap. Zeventig staanplaatsen telt deze driesterren ANWB-camping. Sevensma heeft nog niet meegemaakt dat ze allemaal gebruikt werden. „Maar eigenlijk ben ik hier ook pas een jaar echt in bedrijf, dus kan ik er nog niet veel van zeggen.”
Izaak Sevensma heeft een Joodse voornaam, maar is een echte Fries van geboorte. „Nee, ik heb absoluut geen Joodse komaf, maar ik heb met m’n gezin wel vijf jaar in een christelijk dorp in Israël gewoond. Dat heeft iets met ons gedaan. Ik ben gereformeerd opgevoed, maar door ons verblijf in Israël ben ik over veel dingen anders gaan denken.”
Aan zijn broekriem hangt, onopvallend, een sleutelhanger met de afbeelding van de Israëlische vlag. Twee blauwe banden en een blauwe davidsster op een witte ondergrond. In de huiskamer staan chanoeka’s en op de lessenaar van de piano staat Joodse bladmuziek. „We hebben iets overgehouden aan onze tijd daar”, geeft Izaak toe. „Iedere vrijdagavond, bij het begin van de sabbat, branden we de sabbatskaarsen, om maar eens iets te noemen. En dan denken we aan het land waar we zo’n goede tijd hebben gehad.”
Zijn vrouw is Canadese van geboorte en samen hebben ze twaalf jaar in Canada gewoond en gewerkt. „En toen zochten we, voornamelijk voor m’n vrouw, die een theologiestudie deed, werk. We zagen een advertentie van Nes Ammim staan en hebben daarop gereageerd. Het resultaat was dat we van 1986 tot 1991 in dit christelijke dorp in West-Galilea hebben gewoond. Heel erg naar onze zin. Ook tijdens de Golfoorlog zijn we er, met onze kinderen, gebleven omdat we juist in die tijd het land niet wilden ontvluchten. In nood leer je nu eenmaal je vrienden kennen.”
En een vriend van Israël is Sevensma. Hij verbaast zich erover dat zelfs zijn politieke voorkeur toch wel wat is veranderd door de tweede intifada van de Palestijnen tegen de Israëliërs. „Wij waren zeer geporteerd van mannen als Perez en Rabin en moesten niets hebben van bijvoorbeeld de rechtse Netanyahu. Maar dat is toch wel wat veranderd. Begrijp me goed: ik blijf heel erg voor vrede en daar moet ook absoluut naar gestreefd worden, maar het kon niet zo doorgaan. Daarin begrijp ik Sharon wel.”
Toen op het Nederlandse nieuws op tv een verslag van iemand die de bomaanslag in het Jeruzalemse café Moment had meegemaakt werd onderbroken voor sportnieuws, vond hij dat hij een daad moest stellen. „Ik vond dat erg. Is sport nu echt belangrijker dan het leven van mensen? Ik heb toen besloten om de caravans en de trekkershutten die ik hier in eigen beheer heb, open te stellen voor mensen uit Israël die eens even weg willen uit de spanning. Bovendien is er hier ruimte in overvloed om tenten op te zetten, dus wat mij betreft zijn ze welkom.”
Natuurlijk werd Sevensma, toen zijn actie wereldkundig werd gemaakt, bestookt met vragen of ook Palestijnen welkom zijn op zijn camping. Hij kijkt een beetje bedachtzaam. „Kijk, als ik een Palestijn tegen zou komen, zou ik natuurlijk hartelijk met hem praten. Maar dit doe ik voor de Joden. Ik wil eerlijk toegeven dat ik niet neutraal ben in dit conflict. Dat hoeft toch ook niet? Ik ben absoluut voor vrede, maar gezien ons verleden, sta ik aan de kant van Israël. Niet kritiekloos, absoluut niet, maar toch wel heel duidelijk. Dat blijkt ook uit deze actie.”
Grinnikend vertelt hij dat zijn Israël-liefde ook wel iets getemperd is in de loop van de jaren. „Er zijn tijden geweest dat ik hier de vlag halfstok hing als ik hoorde dat er een Israëlische soldaat was gesneuveld. Dat doe ik niet meer. Maar ik ben ook niet iemand die snel vergeet wat er daar allemaal gebeurt. Als je de berichtgeving in de Nederlandse media volgt, dan gaat het allemaal over het lijden van de Palestijnen. En daar doe ik niets van af. Maar blijkbaar vergeten we wat de slachtoffers van al die terreuraanslagen hebben moeten lijden en hoeveel mensen daarbij zijn omgekomen. Ik ben bevooroordeeld, maar zijn anderen dat niet? ’t Is zo makkelijk om kritiek te leveren, maar kritiek moet uit de liefde komen. En dat mis ik hier wel als het over Israël gaat.”
Hoewel Sevensma de laatste jaren niet in Israël geweest is, weet hij dat Nederland in dat land nog steeds een hele goede naam heeft. „Er is historische verbondenheid, maar ik ben wel eens bang dat de visie die de mensen daar op ons land hebben niet meer klopt met de werkelijkheid. Als je die pro-Palestijnse demonstratie van een paar weken geleden in Amsterdam ziet, dan word ik bang. ’t Heeft ons overigens ook doen besluiten om onlangs de pro-Israël-demonstratie te bezoeken. En dat terwijl ik absoluut geen demonstratiemens ben. Maar je mag best weten dat ik daar met tranen in m’n ogen het Israëlische volkslied heb staan zingen. Dat was een goede sfeer, dat is de goede houding.”
Vooralsnog zijn de velden aan de oevers van de bijna 10 hectare grote recreatieplas op camping Moekesgat leeg. „We proberen dit aanbod daar een beetje wereldkundig te maken. Ik heb daarvoor onder andere ook contact met het Centrum voor Informatie en Documentatie Israël en zoek op dit moment naar financiële steun om het verblijf van Israëliërs hier ook op andere manieren te ondersteunen.”