Samir A. vecht zich naar de vrijheid
Een welplaatste vuistslag tegen het hoofd van een persfotograaf. Nog geen minuut na zijn vrijlating botvierde ex-terreurverdachte Samir A. daarmee het ongenoegen over de driekwart jaar dat hij gevangen zat. Behoefte om zijn kant van het verhaal te laten horen, heeft hij klaarblijkelijk niet.
Even voor vijf uur is het een komen en gaan van mensen bij de gevangenis in Nieuwegein. De dagploeg van de bewaking verlaat het gebouw.
Bij de ingang staat een groepje journalisten te schuilen voor de regen. Enkele tientallen meters verderop vier jongemannen, naar het uiterlijk te oordelen net als Samir A. van Marokkaanse komaf. Eerder waren ze te vinden op de publieke tribune van de extra beveiligde rechtbank in Rotterdam. Daar had de achterliggende twee maanden het proces tegen A. plaats.
Het viertal heeft geen behoefte om commentaar te geven op de afloop van de strafzaak tegen A. „Wat moeten jullie hier? Waarom al die camera’s?” Een van hen, een jongeman die later het busje zal besturen waarmee Samir wordt afgevoerd, zegt dat een even verderop staande fotograaf moet oppassen. „Die vroeg ons net om commentaar. Hij zegt dat hij hier op de openbare weg mag fotograferen. Maar op de openbare weg mag je ook vechten. Ga het hem maar vertellen.”
Net na kwart over vijf gaat de poort van de Nieuwegeinse strafinrichting halfopen. Om daarna direct weer korte tijd dicht te gaan. Achter de deur staat Samir A., vergezeld van een bewaker.
Net als bij de rechtbank draagt hij een wit gewaad met een zwart hoofddeksel. Naast hem een grote blauwe zak met persoonlijke eigendommen. De bewaker gebaart de toegestroomde media om afstand te nemen. Samir lijkt hier niet op te willen wachten. Scheldend gooit hij de blauwe zak richting een groepje fotografen.
En dan gebeurt het: luid schreeuwend baant het viertal jongemannen zich een weg door de toegestroomde media. Er ontstaat tumult, waarin over en weer duw- en trekwerk plaatsheeft. Een fotograaf zegt later een mes in de hand van een van de jongens te hebben gezien.
In het gewoel weet Samir de media te ontwijken. Hij rent een parkeerterrein op. Daar loopt hij bijna recht in de armen van een Telegraaf-fotograaf. Dat de ex-terreurverdachte daar niet van gediend is, blijkt.
Binnen enkele seconden heeft de man een vuistslag te pakken, recht in zijn gezicht. Hij valt op de grond tussen twee auto’s. Politie of gevangenispersoneel is in geen velden of wegen te bekennen. De man die door de officier van justitie werd aangeduid als „gevaar voor de samenleving”, rent met zijn getrouwen naar een gereedstaand busje. De schuifdeur van de rode bestelwagen zwaait open. In een mum van tijd zit het groepje mannen er in.
Vol gas scheuren ze weg, luid lachend richting het verzamelde journaille. Leve de vrijheid. Al kan Samir A. er zeker van zijn dat zijn gangen worden gevolgd.