Radicale Palestijnen staan wapens niet af
Een voorzichtige poging van de Palestijnse autoriteiten om in elk geval de harde kern van de radicale groepen te ontwapenen, is nu al vastgelopen. De strijders zijn bereid hun wapens uit het zicht te houden, maar niet om deze af te geven, zo lieten zij woensdagweten.
Afgelopen weekend kondigde de Palestijnse leider Mahmud Abbas aan dat hij twee commissies vormt, één voor de Westelijke Jordaanoever en één voor de Gazastrook, die moeten proberen 523 Palestijnen die in Israël als gezocht te boek staan, van de straat te halen, aan een baan te helpen en over te halen hun wapens in te leveren. Deze mensen vormen de harde kern van de strijdgroepen van Hamas, Islamitische Jihad en de al-Aqsa Martelaren Brigades.
De meesten zijn voormalige leden van de Palestijnse politie en Abbas stelt voor dat zij in hun oude baan terugkeren, zei Abdel Fattah Hemayel, het hoofd van de commissie voor de Westoever. De betrokkenen zijn hun dienstwapen gaan gebruiken voor de strijd tegen Israël en zouden het kunnen behouden als zij bij de politie terugkeren. Andere voortvluchtigen hebben wapens gekocht en de Palestijnse Autoriteit is bereid die op te kopen, zei Hemayel. Verder belooft zij alle voortvluchtigen aan een baan te helpen.
„We hebben ermee ingestemd onze wapens te verbergen, buiten het zicht te houden, maar we gaan ze niet overdragen aan de Palestijnse Autoriteit”, zei Kamal Ghanem, een voortvluchtige van de al-Aqsa Martelaren Brigades. „Ze hebben gevraagd om de serienummers van onze wapens, maar die hebben we niet gegeven.” Ook Hamas en Islamitische Jihad zeiden geen wapens te zullen inleveren. „We zijn gestopt ze te gebruiken na de verklaring van rust, ondanks de dagelijkse schendingen (van het bestand) door Israël”, zei Hamas-woordvoerder Sami Abu Zuhri.
Van de strak georganiseerde Hamas en Islamitische Jihad heeft Abbas waarschijnlijk minder te duchten dan van de al-Aqsa Martelaren Brigades, die gelieerd zijn aan zijn eigen Fatah-organisatie. De brigades kennen geen centraal gezag en zijn verantwoordelijk voor toenemende wetteloosheid op de Westoever, waar zij zich schuldig maken aan afpersing, ontvoeringen en andere misdaden. Vorige week beschoten leden van de al-Aqsa Martelaren Brigades het kantoor van Abbas en drie restaurants, in antwoord op de eis tot ontwapening. Abbas ontsloeg de veiligheidschef voor de Westoever, Ismail Jaber, maar de schutters zijn nog altijd niet opgepakt, hoewel hun namen bij de politie bekend zijn.
Op last van de binnenlandse veiligheidsdienst Shin Beth heeft de Israëlische politie woensdag de sluiting bevolen van de Tempelberg. Joodse extremisten hebben daar voor zondag een demonstratie gepland, die volgens Shin Beth uit kan monden in een aanslag op islamitische heiligdommen daar.
Volgens de dienst is er „concrete informatie” dat Israëlische extremisten een aanslag voorbereiden uit protest tegen de voorgenomen ontruiming van joodse nederzettingen in de Gazastrook en op de Westoever. Door het plegen van een aanslag willen de extremisten het conflict met de Palestijnen en de islamitische wereld op scherp zetten en nieuw geweld uitlokken. Daarna zouden de door premier Ariel Sharon geplande ontruimingen voorkomen kunnen worden, aldus Shin Beth.
De Tempelberg, door moslims Haram as-Sharif genoemd, is de plaats waar Mohammed volgens de islamitische overlevering door de aartsengel Gabriël werd meegenomen voor een reis naar de hemel. Ook voor joden is de Tempelberg een heilige plaats. Het is de locatie waar de bijbelse joodse tempel stond en waar die ooit weer zou moeten herrijzen.
Het is niet voor het eerst dat de islamitische heiligdommen worden bedreigd. In 1969 stak een Australische christen de al-Aqsa- moskee in brand om de komst van de nieuwe joodse tempel te bespoedigen. In 1984 arresteerde Shin Bet een aantal joodse extremisten die in het bezit waren van een grote hoeveelheid explosieven van het leger die ze wilden gebruiken om de al-Aqsa-moskee op te blazen.