Vrijspraak
De islam blijft voorlopig wel in het nieuws. Ook in Nederland. Is het niet de vrijspraak van een potentiële moslimterrorist, dan wel een grootscheepse oefening in verband met een terreuraanslag, of een discussieavond waar de premier waarschuwt tegen negatieve beeldvorming.En dan is er nog het optreden van lonsdalers in bepaalde regio’s. Autochtone jongeren met extreme ideeën die zich in hun acties tegen islamieten en andere allochtonen richten. Gemakkelijk ontstaat daardoor een spiraal van agressie en haatgevoelens, waarbij elke partij wel iets vinden kan in het andere kamp om zijn harde woorden en daarmee corresponderende optreden te rechtvaardigen.
Zeker in die omstandigheden is het van belang om de zaken in de juiste proporties te blijven zien. De islam is een niet weg te denken minderheid in ons land, maar we hoeven niet benauwd te zijn dat die over enkele generaties de macht overneemt. Het overgrote deel van de hier wonende moslims heeft geen enkel verlangen naar een carrière als terrorist, maar een paar vastberaden extremisten die over gevaarlijke spullen beschikken, kunnen heel wat ellende veroorzaken.
De vraag daarbij is wel op welk moment je voldoende bewijs hebt om in te grijpen en mensen tot langdurige straffen te veroordelen. Ten aanzien van Samir A. vond de Rotterdamse rechtbank woensdag dat er onvoldoende bewijs was dat hij bezig was een aanslag voor te bereiden. Alleen voor verboden wapenbezit kon hij gestraft worden. Maar daarvoor stoppen we mensen niet jaren in de gevangenis.
Voor de inlichtingendienst AIVD blijft Samir, ook na het vonnis van woensdag, verdacht. Maar de kring van personen die door een veiligheidsdienst in de gaten gehouden worden, is naar zijn aard veel breder dan de categorie mensen ten aanzien van wie bewezen kan worden dat ze bij een misdrijf betrokken zijn.
Hirsi Ali zou na de vrijlating van Samir A. doodsbang zijn. Daar kun je je wel iets bij voorstellen. Wilders sprak van een hemeltergend vonnis. Maar als het daarom gaat, zijn er in Nederland nog wel andere dingen die met meer recht hemeltergend genoemd moeten worden.
Recent is de Nederlandse wetgeving zodanig aangescherpt dat justitie gemakkelijker kan optreden tegen mensen die duidelijk bezig zijn met het voorbereiden van aanslagen. Maar iemands bedoelingen zijn altijd een stuk moeilijker te bewijzen dan zijn daden.
Wanneer is het wettig en overtuigend bewijs geleverd dat iemand serieus bezig is met het opzetten van een terreuractie of een moordaanslag? Zulke plannen noteren ze meestal niet in hun agenda.
In landen waar de rechtsorde weinig voorstelt (en daar valt ongeveer heel de Arabische wereld onder), schroomt de regering niet om personen die men niet vertrouwt, op te sluiten of te laten vermoorden. Gelukkig gaat dat bij ons anders.
Meteen na het vonnis van de Rotterdams rechtbank kondigde het OM aan dat het in hoger beroep gaat. De zaak is er belangrijk genoeg voor. In ieder geval kan Samir A weten dat hij door de AIVD in de gaten gehouden wordt. Samen met nog een aantal andere radicale moslims.