Dat is een van de regels in het nieuwe bestemmingsplan dat de gemeente heeft vastgesteld voor alle twaalf woonwagenlocaties in de stad. Voor bestaande woonwagens geldt een overgangsregeling.

Woonwagens vielen voorheen altijd onder het bestemmingsplan van de wijk waarin ze stonden en de regels verschilden per wijk. Dat was verwarrend voor zowel de woonwagenkampbewoners als de bouwinspecteurs, zei een gemeentewoordvoerster woensdag.

De commissie-Haseth, die vorig jaar het Haagse woonwagenbeleid evalueerde na escalaties tussen de kampbewoners en de gemeente, adviseerde dat er een eenduidig beleid moet komen voor alle woonwagenlocaties.

Behalve de beperking van één woonlaag, heeft de gemeente ook de grootte van een opstelvlak, maximaal 7 bij 17 meter, vastgelegd. Tussen de woonwagens is een ruimte van 5 meter gewenst in verband met de brandveiligheid. Ook zijn er regels gesteld aan bijgebouwen.

Den Haag heeft relatief gezien de meeste woonwagenlocaties. In de nabije toekomst komen er boven op de twaalf bestaande woonwagenkampen nog twee bij. Sinds de afschaffing van de Woonwagenwet in 1999 zijn de gemeenten zelf verantwoordelijk voor het woonwagenbeleid.

De commissie-Haseth onderzocht het Haagse woonwagenbeleid nadat de gemeente in 2002 vlak voor Kerst besloot tientallen kampbewoners gedwongen te verhuizen naar een nieuwe locatie. Dat moest voor de veiligheid van ambtenaren en verhuizers gepaard gaan met grote politie-inzet.

Het bestemmingsplan van de gemeente ligt vanaf half april tot 11 mei ter inzage op een aantal stadsdeelkantoren voor eventueel commentaar van de bewoners. Daarna beoordeelt het college of het plan moet worden aangepast.