Binnenland

„Heren, terug achter het hek”

Twee bommen en een gijzeling. Stevige ingrediënten voor de grootste terreuroefening ooit in Nederland. „Blijf niet zitten, sta op en ga lopen.”

Riekelt Pasterkamp
7 April 2005 10:00Gewijzigd op 14 November 2020 02:25
AMSTERDAM – Terreuroefening in de ArenA in Amsterdam. In het gebied waar de eerste explosie zich voordeed, is het een ravage. De figuranten spelen hun rol serieus. Foto’s RD, Sjaak Verboom
AMSTERDAM – Terreuroefening in de ArenA in Amsterdam. In het gebied waar de eerste explosie zich voordeed, is het een ravage. De figuranten spelen hun rol serieus. Foto’s RD, Sjaak Verboom

Gijzeling in de Heineken Music Hall. Fotograaf en verslaggever steken het plein voor de ArenA over. In het enorme stadion aan de rand van Amsterdam is zojuist een zware aanslag gepleegd maar die laten we even voor wat het is.

Hekken met zwart zeil onttrekken het plein en de naar het bier vernoemde muziekhal aan het oog. Wapperen met de door de organisatie van de terreuroefening verstrekte kaart doet wonderen. Twee Amsterdamse dienders bij het hek laten ons door. Het schoongeveegde plein ligt voor ons open.

Een dure auto met afgeplakt kenteken suist voorbij. Achter het stuur zit een man met een bivakmuts. Politie, terrorist of heeft de man het gewoon koud?

We genieten van de vrijheid. De fotograaf schiet naar hartelust plaatjes. Uit een andere auto stapt een tot de tanden bewapende politieman in een zwarte overall. Bivakmuts tot ver over de oren. Zijn wijsvinger priemt naar iets ver achter ons.

We lopen door. De overall stapt in zijn snelle auto en rost naar ons toe. „Heren, voor de laatste keer. Terug achter het hek. Voor uw eigen veiligheid.” We gehoorzamen. Hij moet tenslotte oefenen.

Bonfire, de 1 miljoen euro kostende terreuroefening in en rond de Amsterdam ArenA, leek woensdag uit te gaan als een nachtkaars. Toch blikte minister Remkes aan het einde van de dag tevreden terug. Maar ging alles wel volgens het boekje?

De oefening begon vroeg in de ochtend. Bij de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en bij de omroep NOS kwam -fictief- per fax een brief over een dreigende aanslag binnen van een extreme islamitische groepering.

In Rotterdam stond een camper met een verdacht pakket. Het Explosieven Opruimingscommando ontdekte dat het om een raketwerper gaat. Onbekend is op welk doel het projectiel zich richtte. Het EOC vond tekeningen van een cruiseschip dat later op de dag in de buurt zou afmeren, maar ook andere doelen, zoals een museum en een rondvaartboot, konden niet worden uitgesloten.

Aan het begin van de middag liep het in de oefening in Amsterdam uit de hand. In de Amsterdam ArenA, waar duizenden mensen een concert van de rapper Ali B. meemaakten, ontploften twee bommen. De eerste explodeerde in het stadion, de tweede ging af in de parkeergarage. Daar brak brand uit. Een verdacht busje maakte het nog spannender.

Of het niet genoeg was, hielden in de Heineken Music Hall vijf gewapende mensen enkele tientallen personen gegijzeld.

Om voldoende oefenpubliek te hebben lokte de organisatie 10.000 studenten met een gratis popconcert. Nog niet de helft kwam woensdag opdagen voor een halfuurtje herrie.

Het publiek zit in een hoek van het enorme stadion in een donkere en met grote zwarte gordijnen afgesloten ruimte. Achter de gordijnen zijn net de contouren van een groen grasveld zichtbaar. Daar traint Ajax, zegt men.

Om 12.30 uur klinkt naast het podium een enorme knal, gevolgd door rook. Een fluitsignaal klinkt. „U dient het stadion te verlaten”, meldt een presentator, maar de meesten blijven zitten. „Ali, Ali, Ali, Ali”, scanderen anderen. Een paar minuten later rommelt het in het stadion. Een tweede bom gaat af in de garage.

Weinigen zijn onder de indruk van de oproep om te vertrekken. Dik een uur later staat de presentator bijna smekend op het podium. „Mensen zonder polsbandje moeten nu onmiddellijk deze ruimte verlaten. Blijf niet zitten, sta op en ga lopen.”

Maarten heeft een groen polsbandje om. Hij moet samen met drie vrienden tot 15.45 uur blijven zitten. Hun werd verteld dat ze een beetje moesten hinderen, om het hulpverleners moeilijker te maken. Maarten: „We klommen op het podium en duwden en trokken een beetje. Lachen was dat.”

In het gebied waar de eerste explosie afging, is het een ravage. Auto’s liggen op hun kop en slachtoffers liggen her en der verspreid. Aan een balk hangt een bebloede pop. De figuranten spelen hun rol serieus. In vak 112 (!) zitten mensen opgesloten. Paniek.

Buiten het stadion staan veel brandweerwagens. „Help, help, haal ons hieruit”, schreeuwt een vrouw achter het hek van de parkeergarage, onder de ArenA. Als het de brandweermannen na veel geworstel uiteindelijk lukt het hek weg te halen, valt de vrouw hen om de nek. „Wat geweldig. We kunnen weg.” Iets verderop wordt een gewonde afgevoerd in een blauwe vuilniscontainer.

Nederland oefent te weinig voor rampen, stelt hoogleraar Veiligheid en Rampenbestrijding B. Ale van de Technische Universiteit in Delft tijdens een rondleiding over het rampterrein. „Vijf jaar geleden was de vuurwerkramp in Enschede. Sindsdien is er geen grote oefening meer geweest en als er geen sprake was van terreurdreiging was het waarschijnlijk helemaal vergeten.”

De hoogleraar vindt het scenario van Bonfire goed gekozen en erg realistisch. „Ik vind het goed dat ze rekening hebben gehouden dat de aanslag ook gericht kan zijn op de hulpdiensten.”

Daarmee doelt Ale onder meer op het busje met explosieven dat na de twee ontploffingen in de garage werd ontdekt en op een eventuele antraxdreiging. Het rampterrein bleef daardoor de eerste paar uur na de explosies afgesloten voor de hulpverleningsdiensten, waardoor de slachtoffers in de ArenA verstoken bleven van medische bijstand.

Minister Remkes (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), zijn collega Donner (Justitie) en burgemeester Cohen van Amsterdam blikken na de oefening tevreden terug. Nederland is voor een groot deel klaar om een terroristische dreiging weerwoord te bieden. „Het kan nog beter”, aldus Remkes.

Half mei moet Bonfire zijn geëvalueerd. Volgens Remkes verliep de samenwerking tussen de verschillende overheden en hulpdiensten goed, maar niet alles ging vlekkeloos. De procedure om gijzelaars te bevrijden duurde bijvoorbeeld te lang.

Remkes vindt dat Nederland vaker moet oefenen. Halverwege mei organiseert zijn ministerie samen met het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu een minder grootschalige oefening. Deze draait om een mogelijke calamiteit in de kerncentrale in Borssele.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer