Nederland kan terroristische dreiging weerstaan
Nederland is voor een groot deel klaar om een terroristische dreiging weerwoord te bieden. Minister Remkes van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, zijn collega Donner van Justitie en burgemeester Cohen van Amsterdam keken woensdagavond terug op een geslaagde terreuroefening in Amsterdam. „Het kan nog beter", aldus Remkes.
Half mei moet de actie Bonfire, zoals de oefening van woensdag is genoemd, zijn geëvalueerd. Volgens Remkes verliep de samenwerking tussen de verschillende overheden en hulpdiensten goed, maar niet alles ging vlekkeloos. De procedure om gijzelaars te bevrijden duurde bijvoorbeeld te lang.
Cohen tekende aan dat bij rampen op lokaal niveau beter overleg kan plaatsvinden in de driehoek van burgemeester, korpsbeheerder en de hoofdofficier van justitie. Bij de oefening gebeurde dat tevens met de vijfhoek, waar ook de brandweer en de geneeskundige dienst bij zijn betrokken. „Het overleg van de driehoek en de vijfhoek liep soms door elkaar heen", aldus de burgemeester.
De grootste oefening ooit gehouden in Nederland, begon vroeg in de ochtend. Bij de Algemene Inlichtingen– en Veiligheidsdienst (AIVD) en bij de NOS kwamen – fictief – per fax een brief over een dreigende aanslag binnen van een extreme islamitische groepering.
In Rotterdam stond een camper met een verdacht pakket. Het Explosieven Opruimingscommando ontdekte dat het om een raketwerper ging. Onbekend is op welk doel het projectiel zich richtte. Het EOC vond tekeningen van een cruiseschip dat later op de dag in de buurt zou afmeren, maar ook andere doelen als een museum en een rondvaartboot konden niet worden uitgesloten.
Aan het begin van de middag liep het in de oefening in Amsterdam uit de hand. In de Amsterdam ArenA, waar duizenden mensen een concert van de rapper Ali B. meemaakten, ontploften twee bommen. De eerste explodeerde in het stadion, de tweede ging af in de parkeergarage. Daar brak brand uit. Een verdacht busje maakte het nog spannender.
Of het niet genoeg was, verplaatste de oefening zich naar de horecagelegenheid de Heineken Music Hall. Vijf gewapende mensen hielden enkele tientallen personen gegijzeld.
Ondertussen raakten de bevolking, media, concertgangers en burgemeesters in rep en roer. Op hoog niveau voerden overheidsdienaren overleg. Aan het begin van de avond was de oefening voorbij.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken, de gemeente Amsterdam en de ArenA hebben de 1 miljoen euro kostende oefening op poten gezet. Ongeveer 2000 studenten speelden een actieve rol, bijvoorbeeld door in paniek te raken of hun familie kwijt te zijn. Aan Bonfire deden nog eens 2000 hulpverleners mee, evenals medewerkers van beveiligings–, inlichtingen– en communicatiediensten en bestuurders uit Den Haag, Amsterdam en de provincie Noord–Holland. Ook hadden de organisatoren nepjournalisten ingeschakeld.
Het idee voor de oefening kwam na de aanslagen op 11 maart vorig jaar in Madrid. Die ramp onderstreepte volgens de overheid het besef dat plaatsen waar veel mensen bijeen zijn, als treinstations of winkelcentra, een groot risico voor terreur vormen.
In geval van een ramp kan Nederland heel wat aan, maar er mankeert nog van alles aan de communicatie, stelde hoogleraar Veiligheid en Rampenbestrijding B. Ale van de Technische Universiteit in Delft. Hij noemde het scenario van Bonfire realistisch en goed gekozen. Hij prees de bedenkers dat zij rekening hebben gehouden met een aanslag op hulpdiensten.
Remkes zei dat Nederland vaker moet oefenen. Halverwege mei organiseert zijn ministerie samen met het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) een minder grootschalige oefening. Deze draait om een mogelijke calamiteit in de kerncentrale in Borssele.