Geen invloed Turkije op Nederlandse imamopleiding
Turkije zal geen vinger in de pap krijgen bij de opleiding van imams in Nederland. Dat heeft minister Verdonk van Vreemdelingenzaken en Integratie woensdag beloofd aan de Tweede Kamer. Deze bleek hier fel tegen gekant te zijn.
Verdonk en staatssecretaris Rutte van Onderwijs waren van plan met Diyanet, het Turkse ministerie voor godsdienstzaken, samen te werken bij het opzetten van de imamopleiding in Nederland. Diyanet stuurt academisch opgeleide imams naar Nederland. Van de ruim tweehonderd Turkse moskeeën in Nederland zijn er 150 aan deze organisatie verbonden.
Het idee van een Nederlandse imamopleiding is juist dat in Nederlandse moskeeën geen imams meer preken die onder invloed staan van denkbeelden uit het land van herkomst. Samenwerking met een Turkse staatsorganisatie zou daar afbreuk aan doen, vond de Kamer. Verdonk zei dat ze wel met Diyanet in gesprek blijft, onder andere over de afnemende invloed van de organisatie in Nederland. Zodra er genoeg in Nederland geschoolde imams zijn, hoeft Diyanet geen imams meer te sturen.
De Tweede Kamer wil dat Verdonk vanaf 2008 geen verblijfsvergunningen voor buitenlandse imams meer afgeeft. De eerste imams van Nederlandse snit kunnen in 2010 klaar zijn met hun opleiding. Nog dit jaar krijgt een aantal organisaties subsidie om een opleiding op poten te zetten, waarna deze in 2006 kunnen beginnen. Verdonk wil alleen opleidingen waarin een islamitische organisatie samenwerkt met een erkende onderwijsinstelling.
De Vrije Universiteit begint nog dit jaar met een eenjarige masteropleiding tot islamitisch geestelijk verzorger. De Kamer had kritiek op de keuze van Rutte om deze opleiding te subsidiëren en initiatieven van de Universiteit Leiden en de Rijksuniversiteit Groningen af te wijzen. Rutte beloofde dat deze twee een serieuze kans krijgen in een tweede ronde eind dit jaar, maar dan moeten ze wel tegemoetkomen aan de kritiek die hij op de plannen had.
Verder toonde de staatssecretaris zich gevoelig voor kritiek uit de Kamer dat bij de opleiding aan de VU geen moslimorganisaties waren betrokken. Het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) en de Sjiitisch Islamitische Raad (SIR) kondigden daarop aan per 1 september 2006 zelf moslims te gaan opleiden, samen met een universiteit. Inmiddels praat het CMO alsnog met de VU over betrokkenheid bij de Amsterdamse opleiding tot geestelijk verzorger.