„Kinderen moeten van ouders presteren”
Met de meeste kinderen in Nederland gaat het goed. Zo’n 85 procent van de 2,5 miljoen jongeren tot 12 jaar heeft geen grote problemen, blijkt uit onderzoek. „Een perfect cijfer”, reageert de Wageningse gezinssocioloog prof. dr. Cees de Hoog. „Stel je voor dat het 15 procent zou zijn. Dan leefden we hier in een absolute chaos.”
Verbaasd over de uitkomsten van het vanmiddag verschenen SCP-rapport is De Hoog allerminst. „We kennen in Nederland geen goednieuwskranten. De aandacht van de media gaat nu vaak alleen maar naar extremen uit.”
Toch hebben 130.000 kinderen psychosociale problemen. Je kunt er een stad als Amersfoort gemakkelijk mee vullen.
„Het is inderdaad een fors aantal. Het gaat hier niet alleen om grote problemen, maar er zullen ook kleine bij zitten.”
Met name niet-westerse ouders, of ouders die rond de armoedegrens leven of een lage opleiding hebben, ervaren de opvoeding van hun kinderen als niet gemakkelijk.
„Het valt me mee dat maar 5 procent van ouders met opvoedproblemen kampt. Bij slechts een deel van hen gaat het om ouders van allochtone afkomst. Die groep is echter veel omvangrijker. Dat allochtonen in de problemen komen, is verklaarbaar. Ze begrijpen onze maatschappij vaak niet en isoleren zich van de rest. Dat is vragen om moeilijkheden.
Datzelfde geldt voor ouders die maar net rond kunnen komen. Nederland heeft een armoedeprobleem. Ik vind het verdrietig dat in Nederland gezinnen met kinderen er in inkomen steeds verder op achteruitgaan. Dan hebben we het niet eens over mensen met een laag inkomen, maar zelfs met een modaal of anderhalf keer modaal inkomen die in de problemen komen. Het ontbreekt dit kabinet aan een gezond gezinsbeleid. Gezinnen met kinderen hebben onze steun en hulp nodig. Ook financieel. De regering heeft veel te weinig oog voor de moeilijkheden die ontstaan door geldgebrek. Je moet maar een paar kinderen op het vmbo hebben. Je schrikt ervan wat je dan allemaal moet betalen.
Veel ouders komen in de problemen door de hoge standaard waar kinderen tegenwoordig aan moeten voldoen. Ze kunnen niet meer zonder een leuk mobieltje, moeten voldoen aan bepaalde kledingeisen, hebben een fiets nodig die niet uit de toon valt en moeten deelnemen aan allerlei activiteiten. Als je dan geen beroep kunt doen op grootouders die financieel bijspringen, ziet de situatie er hopeloos uit.
Het vervelende van het verhaal is nog eens dat scholen zelf ook hoge eisen stellen. Een excursie naar Duitsland of Zwitserland? Moet kunnen.”
Eenverdieners ervaren de opvoeding vaker als belastend dan tweeverdieners. Opvallend?
„Nee. Tweeverdieners hebben vaak een betere opleiding dan gezinnen waarin alleen de vader of moeder buitenshuis werkt en zijn dus ook eerder tegen bepaalde problemen opgewassen. Daarnaast zullen eenverdieners ook minder te besteden hebben. Bovendien ligt in deze tijd de nadruk op zelfontplooiing, terwijl traditionele gezinnen vlijt en gehoorzaamheid hoog in het vaandel hebben staan. Dat gaat wringen.”
Ouders met alleen jongens schijnen het ook niet gemakkelijk te hebben.
„Jongens zijn over het algemeen wat baldadiger, opstandiger, lastiger, hebben een zwaardere puberteit en halen meer vervelende streken uit. Toch sluit ik niet uit dat meisjes in een bepaalde leeftijd ook voor problemen kunnen zorgen. Denk bijvoorbeeld aan zaken als drugsgebruik, weglopen van huis of de jeugdprostitutie. Mij hoor je niet zeggen dat gezinnen met alleen jongens het altijd slecht hebben.”
Veel ouders overschatten de schoolprestaties van hun kinderen. Is daar wat aan te doen?
„Ouders zijn erg gericht op hun kinderen. Die moeten presteren. Ouders vinden de opvoeding pas geslaagd als hun kind goed kan meekomen op school. Het prestige van hun opvoeding is in het geding. Ieder meent dat zijn uil een valk is. Het is een van de grootste misvattingen van onze tijd dat je kind eigenlijk een mislukkeling is als het niet naar het vwo gaat. Alles is gericht op leren, leren, leren. Ik vind dat een ongelofelijk domme stellingname. We hebben juist grote behoefte aan vakmensen. Ik heb liever een goede automonteur dan een doctorandus in een of andere vage studie.”
Wat is de grootste uitdaging voor de toekomst?
„Het ontwikkelen van een goed gezinsbeleid. Dit kabinet moet niet alleen praten over waarden en normen, maar moet meer aandacht besteden aan de materiële omstandigheden van gezinnen. Er kan ook veel meer worden gedaan om de statusverschillen tussen de schooltypes te verminderen. Misschien moeten we de basisschoolperiode wel verlengen. Het is toch vreemd dat kinderen op hun elfde al van elkaar worden gescheiden? Dat mag wat mij betreft pas op hun vijftiende.
Natuurlijk zijn kinderen mondig, maar volwassenen moeten uitkijken voor slappe knieën. Dat geldt ook voor veel gemeentebestuurders. Er zijn tegenwoordig disco’s die pas om 05.00 uur sluiten. Alleen omdat de jeugd dat wil. Belachelijk. Schandalig. Dat die jongeren anders overlast gaan veroorzaken? Als ze autoruiten ingooien, moet je ze oppakken. Ouders moeten zich meer gaan bemoeien met hun kinderen. Vaker praten met hun kinderen. Het is schrikbarend hoe weinig ouders dat doen.”