Leger Israël geeft vernielzucht toe
Israëlische legerbronnen hebben toegegeven dat er bij de militaire acties in Ramallah „grootschalige, nare verschijnselen van vernielzucht” zijn voorgekomen.
De bronnen geven de Palestijnen voor een deel gelijk die melding maakten van de systematische vernieling van eigendommen, vooral van computers. Dat stond dinsdag in het dagblad Ha’aretz.
Volgens de bron is overigens op enkele computers wel degelijk belastend materiaal gevonden. Een andere, eveneens anonieme, bron uit de strijdkrachten meldt dat veel individuele soldaten al wegens wandaden worden vervolgd. Het leger komt nog met een groot onderzoek naar de gebeurtenissen in Ramallah. Israëlische soldaten omsingelen daar nog steeds het hoofdkwartier van de Palestijnse leider Arafat. Aanvankelijk was vrijwel heel Ramallah door soldaten bezet.
De bronnen geven toe dat er in sommige gevallen sprake was van systematische verwoesting van eigendommen. „Dat was geen bevel van bovenaf”, zegt een legerbron. „Maar zo werd het wel opgevat door het veld. Het resultaat was een schade die loopt in de honderdduizenden dollars. Soldaten molesteerden computers en toetsenborden. In sommige gevallen was er ook sprake van diefstal. Het was een aanzienlijke schade, op grote schaal en totaal ongerijmd.”
Het Israëlische leger lijkt zich ook de internationale kritiek op de gewelddadige acties in Jenin aan te trekken. Volgens de krant Yediot Ahronot van dinsdag mogen soldaten bij de operatie in Hebron geen huizen meer onder vuur nemen en geen auto’s overrijden met pantserwagens.
Ook zijn de richtlijnen gewijzigd voor de wijze waarop het leger een Palestijns dorp binnenvalt, aldus de krant. Dat gebeurt nu met minder geweld en militair vertoon. Verdachte Palestijnen zijn bijvoorbeeld in Hebron van hun bed gelicht door soldaten in burger.