De studenten stelden daarover vorige week vragen in de universiteitsraad, waarin ze zitting hebben als fractie Vooruitstrevend Overleg Studenten (VOS).

Tot op heden beschikken enkele faculteiten over gebedsruimten, maar in de nieuwbouwplannen van de universiteit is daar geen plaats meer voor, stelt VOS-woordvoerder J. Bulthuis.

Het gedeelte van de universiteitsgebouwen dat zich aan de rand van de stad bevindt, het Zenrikecomplex, wordt momenteel opgeknapt. De studenten stelden hun vraag naar aanleiding van het verbouwingsplan van het WSN-gebouw, waarin de faculteiten economie, bedrijfskunde en ruimtelijke wetenschappen gevestigd zijn.

„Zij hebben een ruimte vrijgemaakt voor gebed. Daar wordt, door onbekendheid, weinig gebruik van gemaakt, maar het gaat ons om het principe”, zegt Bulthuis. „Er zijn moslimstudenten die behoefte hebben aan gebed, maar die daarvoor nu uitwijken naar de kamer van een student die dicht bij de universiteit woont. Dat vinden wij geen goede zaak. Daarom moet er tijdens de verbouwing ruimte voor ingepland worden.” Bulthuis kent geen vergelijkbare verzoeken vanuit andere religies.

Het college van bestuur stelt dat de RuG een openbare instelling is, die een strikte scheiding hanteert van kerk en staat. „Het is prima als mensen op hun eigen kamer bidden, maar wij vinden dat in een openbare instelling alle ruimten voor iedereen beschikbaar moeten zijn”, aldus een woordvoerder van het college van bestuur vanmorgen. „De studenten zeiden dat er bij enkele faculteiten momenteel wel een gebedsruimte is. Het college heeft toen gezegd dat te zullen onderzoeken en het mogelijk terug te draaien.”

Het VOS noemt dat strijdig met het streven van de universiteit naar internationalisering. „Daarbij wordt onder meer Indonesië genoemd. Dat is bij uitstek een islamitisch land. Dan moet je studenten uit dat land ook gastvrij ontvangen. We hebben slechts om een stilteruimte gevraagd, die voor iedereen toegankelijk is -dus zonder dat de universiteit regelt dat moslimmannen en -vrouwen gescheiden kunnen bidden-, maar zelfs dat wil het college van bestuur niet.

Dat de RuG een openbare universiteit is, zou niet moeten betekenen dat er geen plaats is voor religie, maar juist dat er plaats is voor alle religies.”

In antwoord op vragen van LPF-kamerlid Kraneveldt meldde onderwijsminister Van der Hoeven begin februari dat ze niet weet hoeveel gebedsruimten er in (openbare) onderwijsinstellingen aanwezig zijn. „Het waarborgen en handhaven van het neutrale karakter van het openbaar onderwijs is een aangelegenheid van het bevoegd gezag van een school”, stelde de bewindsvrouw.

„Het ter beschikking stellen van een gebedsruimte voor een bepaalde groep leerlingen kan gemakkelijk het beeld oproepen van dominantie van die groep binnen de openbare onderwijsinstelling, waardoor een vervaging van het openbare karakter van de openbare school ontstaat en de algemene toegankelijkheid wordt belemmerd. Het toestaan van gebedsruimten voor specifieke groepen van leerlingen acht ik niet passend bij het karakter van het openbaar onderwijs.”

De Erasmus Universiteit in Rotterdam beschikt over speciaal ingerichte gebedsruimten voor islamitische studenten. De Vrije Universiteit in Amsterdam noemde haar gebedsruimten onlangs als een trekpleister voor moslimstudenten. De stiltecentra van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) zijn voor alle religies toegankelijk, maar slechts islamitische studenten maken er gebruik van.

Minister Van der Hoeven zei snel afspraken te willen met de onderwijsinstellingen en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.