Judasevangelie botst met Bijbel
Vlak voor Pasen kwam het bericht naar buiten dat er een nieuw evangelie is ontdekt: van Judas. Prof. dr. Gie Vleugels
is kritisch over het geschrift. Plotseling is er weer een extra evangelie. Dat stond de afgelopen week in verschillende kranten. Aan het Evangelie van Thomas is men al even gewend, al hebben nog weinig burgers het gelezen. Zeer onlangs is nu ook het Evangelie volgens Judas opgedoken, en opnieuw wordt geopperd dat een grondige revisie van de geschiedenis van het vroegste christendom noodzakelijk zal zijn.
De nieuwkomer onder de evangeliën was geen volslagen onbekende: christelijke leiders uit de eerste eeuwen (Ireneüs, Epiphanius, Theodoretus) waarschuwen tegen een evangelie van Judas, vervaardigd en in ere gehouden door de sekte der Kaïnieten.
Ireneüs is de eerste die het Evangelie van Judas bij name noemt (circa 180 na Chr.). Hij vertelt over de Kaïnieten, die zich beschouwen als geestesgenoten van de belangrijkste tegenstanders van de Schepper-God van het Oude Testament. Kaïn zien ze als hun stamvader, die verwekt is door een andere, hogere Macht dan de Schepper.
Ook Judas zou tot dit mystieke genootschap hebben behoord. Als ingewijde in de hogere kennis wist hij precies wat hem te doen stond. Zijn verraad was noch een misdaad noch een vergissing. Het was de wil van de hoogste Macht, een mysterie dat de eigenlijke redding van de gelovigen betekende. Volgens Ireneüs stelden deze Kaïnieten een geschrift op waarin zij hun alternatieve visie op het verraad presenteerden: het Evangelie van Judas.
Ongetwijfeld biedt dit Evangelie ons een compleet andere kijk op Jezus en zijn discipelen, op Gods handelen in de geschiedenis en op de vroegste christenheid. De pioniers van de jonge christelijke gemeenschappen hebben deze kijk categorisch verworpen. Het Evangelie van Judas, dat binnen een jaar in vertaling te lezen zal zijn, dwingt ons opnieuw over hun standpunt na te denken.
De vraag is wie het meest correcte beeld van Jezus heeft geschetst. Om te bepalen hoe accuraat de berichtgeving over de sekte der Kaïnieten door Ireneüs en de zijnen wel is geweest, zal het Evangelie volgens Judas ongetwijfeld uitstekende diensten verrichten. Maar moet daarom ook de visie op God, op Jezus en op de wereldgeschiedenis die men aantreft in het Evangelie volgens Judas ernstig worden genomen?
Underdog
Net als rond 1950 het Evangelie van Thomas werd in de afgelopen tijd het Evangelie volgens Judas enthousiast verwelkomd. Een van de redenen voor dit enthousiasme is de fascinerende gedachte dat we nu niet meer uitsluitend zijn aangewezen op de vier klassieke evangeliën, Matthéüs, Markus, Lukas en Johannes. Wie wil niet ook eens naar Jezus kijken door de ogen van Thomas en van Judas, die in de canonieke evangeliën respectievelijk de rol van ongelovige en van verrader krijgen toebedeeld?
Het is echter om verschillende redenen bedenkelijk om het Evangelie van Judas in één adem te noemen met de evangeliën in het Nieuwe Testament. Ten eerste is er de datering. Judas is geschreven in de tweede eeuw, terwijl de canonieke evangeliën uit de eerste eeuw stammen.
Ten tweede is het Evangelie volgens Judas klaarblijkelijk onder valse naam vervaardigd. Voorzover ik weet, neemt niemand het auteurschap door Judas Iskariot serieus.
Ten derde strookt de boodschap van de klassieke evangeliën met die van andere christelijke geschriften uit de vroegste periode, terwijl Judas haaks staat op de verkondiging in de vroegchristelijke literatuur.
Verder hebben christenen in alle uithoeken van de toenmalige wereld eeuwenlang de canonieke evangeliën hooggehouden. Het evangelie volgens Judas daarentegen heeft, blijkens de schaarse verwijzingen, nauwelijks een verspreiding gekend.
Daarom is Judas geen partij voor Matthéüs en de anderen. Hij is zelfs geen partij voor Ireneüs en de zijnen, die zich konden beroemen op continuïteit met de christenen van voorbije generaties en op geestelijke verwantschap met gelovigen van over de gehele wereld. Waar zijn de geestesgenoten van Judas al die tijd geweest? Zijn geschrift moet niet gezien worden als een van de vele stemmen uit het vroegste christendom, maar als een afwijzing van dat vroege christendom. Als de christelijke leiders uit de aanvangstijd het Evangelie van Judas correct karakteriseren, dan is de verrader van Jezus de held van het verhaal. De Kaïnieten verkiezen Kaïn boven Abel, Ezau boven Jakob, Korach boven Aäron, en Judas boven Jezus. Op consequent gnostische wijze wordt de wereld op zijn kop gezet. Van het Evangelie volgens Judas verwacht ik licht op deze eigenaardige beweging. Licht op de ware Jezus verwacht ik in het geheel niet.
De auteur is hoogleraar Nieuwe Testament aan de Evangelische Theologische Faculteit in het Belgische Leuven.