„Christen moet actief blijven in samenleving”
Wie beweert dat de vrijheid van godsdienst in onze huidige samenleving niet wordt bedreigd, „heeft zijn ogen redelijk dicht zitten. Nog niet zo lang geleden deed de rechtsfilosoof professor Cliteur het voorstel de godsdienstvrijheid af te schaffen, waarop LPF-kamerlid Herben hem bijviel. Velen willen momenteel godsdienst beperken tot de binnenkamer. Dat is een groot gevaar.”
Dat zei ds. W. Visscher, predikant van de gereformeerde gemeente van Amersfoort, vrijdag op een door het Reformatorisch Dagblad belegd congres over kansen en bedreigingen voor christenen anno 2005. Ds. Visscher reageerde op een lezing die de gereformeerd vrijgemaakte historicus prof. dr. G. Harinck deze week hield over de islam. Die stelde dat gelovigen momenteel niet bang hoeven te zijn dat de godsdienstvrijheid verdwijnt.
Ds. Visscher toonde zich eveneens bezorgd over de vrijheid van onderwijs. „Ik heb een angstvisioen dat we die over tien jaar wel eens kwijt zouden kunnen zijn. Die zaken gaan stapsgewijs. Het begint met het toelatingsbeleid voor leerlingen, dan komt het benoemingsbeleid voor docenten, vervolgens gaat men zeggen: Betaal je godsdienstleraren maar zelf, enzovoorts.”
SGP-fractievoorzitter Van der Vlies deelde zijn zorg, maar gelooft niet dat het zo snel zal gaan. „Bovendien vind ik de vermolming van binnenuit een groter gevaar. Neem het protestants-christelijk onderwijs. Dat is niet te gronde gegaan door bedreigingen van buitenaf, maar doordat niet meer lesgegeven werd volgens de eigen principes.”
De eigen identiteit van een school kan onder druk komen te staan als onderwijsinstellingen, vrijwillig of onder druk van buiten, allochtone leerlingen toe gaan laten, om op die manier een bijdrage te leveren aan het oplossen van het integratievraagstuk. Toch kunnen we allochtonen niet aan hun lot overlaten, vindt de oud-algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond, dr. ir. J. van der Graaf. „Hier ligt een moeilijk vraagstuk. Nemen we ze op in onze eigen scholen, staan we hun toe islamitisch onderwijs op te starten, of geven we ze over aan de heidenen?” vroeg hij met klem.
Van der Vlies acht het mogelijk dat een reformatorische school besluit maximaal 10 procent van het leerlingenaantal te vullen met allochtone leerlingen. „Je moet ergens een grens trekken. De ervaring van de Rotterdamse Alexander Comrie School van de plaatselijke gereformeerde gemeenten, die op zeker moment meer dan 60 procent allochtonen had, laat zien dat het heel moeilijk is op deze wijze te werken. De school is op zeker moment gesloten.”
Oud-GPV-kamerlid Schutte was over de suggestie van maximaal 10 procent allochtonen sceptisch. „Op termijn houd je het niet vol om kinderen toe te laten van wie je de ouders gelijkwaardige invloed op het beleid van de school ontzegt. Daarom: houdt de wacht bij artikel 23. Dat artikel geeft ons rechten, onder meer ten aanzien van de toelating, waar we gerust gebruik van kunnen maken. Tot nu toe worden we door wetgeving en juridische uitspraken volledig gesteund.”
W. Büdgen, voorzitter van de centrale directie van het Wartburg College in Rotterdam, benadrukte dat volgens hem moslims hun eigen scholen moeten hebben. „Alleen als je een eigen identiteit hebt, kun je met respect in de samenleving staan. Eigen onderwijs helpt die identiteit opbouwen.”
Een flink deel van het congres was gewijd aan discussie over de theocratische gedachte. Van der Vlies en Schutte gingen daarover met elkaar in debat. Schutte gaf aan over dit thema in zijn partij minder discussie te hebben dan de SGP in haar gelederen heeft. „De kerk waarvan ik lid ben, heeft de woorden ”weren en uitroeien” honderd jaar geleden al tussen haakjes geplaatst.” Van der Vlies denkt er niet over in zijn kerk of partij iets vergelijkbaars te doen. „Ik geef toe dat deze woorden gemakkelijk misverstanden oproepen, maar als we ze bedekken, doen we aan de volle waarheid van Gods Woord tekort.”
Toch staan volgens Schutte ChristenUnie en SGP in het maatschappelijke klimaat van vandaag aan dezelfde kritiek en aanvallen bloot. De oud-GPV’er verwees naar de felle wijze waarop PvdA-kamerlid K. de Vries onlangs SGP-kamerlid Van der Staaij aanviel. „Van der Staaij weerde zich kranig, maar gaf geen concreet antwoord op de vraag of de SGP, als zij in de meerderheid zou zijn, de vrijheid van godsdienst volledig zou laten bestaan zoals hij nu bestaat.” Tegelijkertijd gaf Schutte toe dat hij „in wezen met De Vries dezelfde discussie zou moeten voeren. Want ook al hebben mijn kerken de 21 woorden geschrapt, in artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis blijft nog voldoende over waar De Vries zich evenzeer aan ergert.”
Op het RD-congres, dat als titel ”Kleur bekennen” had, werd door meerdere aanwezigen aangevoerd dat de gereformeerde gezindte zich niet mag opsluiten in de eigen instellingen, maar actief moet blijven in de maatschappij als geheel. Schutte: „In mijn woonplaats Zeist is een SGP’er voorzitter van het Comité 4 en 5 mei. Maar ook in je eigen straat kun je actief en betrokken zijn.”
Orthodoxe christenen mogen en moeten hun eigen rechten verdedigen, maar ook waken over hun eigen hart. Büdgen: „Het is zoals Eva den Hartog van het Leger des Heils zei: Ik ben niet zo bang voor de buitenwereld, maar wel voor mijn eigen zwakte.” Al te snel beledigd moeten we ons als gezindte niet voelen, stelde hij. „Laten we vooral in actie komen als Gods Naam wordt gelasterd, maar laten we niet te snel in het geweer komen als onze naam wordt aangetast.”
En het appèl naar de hele samenleving mogen we nooit opgeven. Van der Graaf: „De kerk heeft een theocratisch visioen naar de staat toe.” „We zijn allemaal ingeslapen”, stelde ds. Visscher. „Ons gebed moet zijn: Och dat Gij de hemelen scheurdet en nederkwaamt. Dan is er verwachting. Laten we niet klein denken van God. Hij kan in één week heel Europa christelijk maken en de kerken weer vol.”