De Amsterdamse beurs deed het relatief slecht. De AEX–index van de hoofdfondsen sloot met een verlies van 1,36 punt (0,4 procent) op 368,20 punten. Over de hele week daalde het koersgemiddelde met 3,41 punten (0,9 procent). De andere Europese beurzen deden het vrijdag duidelijk beter. De DAX–index in Frankfurt won 0,6 procent, de FTSE–index in Londen 0,4 procent en de Franse CAC–index 0,3 procent. In de loop van de middag werd bekend dat het aantal arbeidsplaatsen in de VS vorige maand met slechts 110.000 toenam, de helft van wat analisten hadden verwacht en het laagste cijfer sinds vorig jaar juli. De Europese indices stonden toen duidelijk op winst. Beleggers schrokken even en drukten enkele koersgemiddelden licht in de min. Later bekeken ze de cijfers van de zonnige kant: de geringe banengroei vermindert het risico van inflatie en rentestijging.

De valutamarkt volgde hetzelfde patroon. De dollar verloor aanvankelijk behoorlijk terrein tegenover de euro. De koers van de Europese munteenheid ging omhoog van 1,2965 naar 1,3045 dollar. Later volgde een terugval naar 1,2875 dollar bij het slot van de handel, bijna een cent lager dan de slotkoers van 1,2970 op donderdag. Op de beurs in New York, die een uur na de banencijfers opende, gingen de koersen meteen omhoog om vervolgens geleidelijk terug te zakken.

De grootste winnaar in de AEX–index was IHC Caland met een koersstijging van 3,1 procent tot 50,50 euro. De bank Credit Suisse First Boston gaf een positief oordeel over het maritieme bedrijf en kwam met een koersdoel van 62 euro. Flinke koerswinsten waren er ook voor P