VN: misdadigers Darfur voor Internationaal Strafhof
De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft besloten dat mensen die wreedheden hebben begaan in de Sudanese regio Darfur door het International Strafhof kunnen en moeten worden berecht. Elf van de vijftien leden van de raad stemden donderdagavond laat voor een resolutie van die strekking. Vier landen onthielden zich van stemming, waaronder de grootste tegenstander van het hof in Den Haag, de Verenigde Staten.
Hoofdaanklager Luis Moreno Ocampo van het ICC, géén VN–instituut, stelde vrijdag dat hij contact zal leggen met de relevante nationale en internationale autoriteiten, inclusief de VN en de Afrikaanse Unie, als voorbereiding op de berechting van personen die in Darfur de mensenrechten hebben geschonden.
De ICC–aanklager heeft de VN gevraagd om de overdracht van een groot archief over Darfur. Het gaat om bevindingen van een internationale onderzoekscommissie die in Darfur onder meer getuigen van wandaden heeft gesproken. Het archief is in handen van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten, Louise Arbour. Volgens het ICC zal het archief waarschijnlijk op korte termijn in Den Haag zijn. Later volgt een lijst van mogelijke verdachten die de VN hebben opgesteld.
De Veiligheidsraad heeft lang gesteggeld over de rol die het strafhof ICC zou kunnen spelen in het berechten van plegers van misdaden in Darfur. De VS waren faliekant tegen elke vorm van inmening door het hof en zagen liever de oprichting van een speciaal VN–tribunaal voor Darfur. Een ruime meerderheid van de raad zag meer in het inzetten van het ICC.
Sudan liet begin februari weten niet te zullen toestaan dat zijn burgers in het buitenland worden berecht. „De regering is ertegen dat een Sudanese functionaris of een gewone burger die betrokken is bij de gebeurtenissen in Darfur, buiten het land wordt berecht", aldus vice–president Taba. „De regering is in staat voor gerechtigheid in Darfur te zorgen", aldus de bewindsman.
Rebellen uit Darfur, die namens de Afrikaanse bevolking strijden tegen het leger en door de regering gesteunde milities, verwelkomden het nieuws echter. „Deze resolutie is een overwinning voor de mensheid en de SLM", aldus de woordvoerder van de rebellenbeweging vrijdag. Hij noemde het besluit een „veroordeling van het onmenselijke en immorele" optreden van de overheid.
Amnesty International noemde het besluit van de Veiligheidsraad „historisch". Amnesty en het in New York gevestigde Human Rights Watch plaatsten echter kanttekeningen bij een uitzondering die de Veiligheidsraad in het besluit heeft gemaakt voor de Verenigde Staten. Washington heeft garanties gekregen dat als Amerikanen deelnemen aan een vredesmissie in Sudan, ze niet voor het VN–hof kunnen worden gesleept. De mensenrechtenorganisaties menen dat door de uitzonderingsmaatregel met twee maten wordt gemeten.
De afgelopen achttien maanden stierven door geweld tussen Arabische milities en de Afrikaanse bevolking naar schatting 180.000 personen. De door de Sudanese regering gesteunde milities worden verantwoordelijk gehouden voor verkrachting, moord en verwoesting van talloze dorpen. In de westelijke regio zijn naar schatting van de Verenigde Naties 2,4 miljoen personen van hun huizen verdreven.