Economie

Japanners smullen van retro-brommers

De Japanners zijn er gek op. Vooral onder yuppen slaat het retro-brommertje uit Epe aan. Liefst in een exotisch pastelkleurtje. Zalmroze bijvoorbeeld. Bromfietsfabrikant Tomos verscheept jaarlijks vele honderden exemplaren naar het Verre Oosten.

1 April 2005 11:16Gewijzigd op 14 November 2020 02:23
EPE – Tomos levert negen bromfietsen per uur af. Directeur Henk Buiter probeert boven op de lopende band even een brommer uit. De bromfietsfabriek in Epe assembleert per jaar een kleine 10.000 stuks. Daarvan worden er enkele honderden verscheept naar he
EPE – Tomos levert negen bromfietsen per uur af. Directeur Henk Buiter probeert boven op de lopende band even een brommer uit. De bromfietsfabriek in Epe assembleert per jaar een kleine 10.000 stuks. Daarvan worden er enkele honderden verscheept naar he

De lopende band draait. Een volledig ingepakte medewerker brengt met zijn spuitpistool behendig een laag zwarte verf aan op een serie kunststof kapjes. Langzaam verdwijnen de gespoten spullen in een droogcabine met een temperatuur van zo’n 45 graden. „Metalen delen drogen we op 140 tot 150 graden”, legt directeur Henk Buiter van Tomos Nederland uit.

Voor in de werkplaats sleutelen vier collega’s gloednieuwe bromfietsen en snorfietsen in elkaar. Stuur erop, blokje eronder, schokbrekers eraan. Elk uur lopen er negen van de band. De 29 medewerkers leveren per jaar zo’n 10.000 stuks af. ”Made in Holland”.

De enige bromfietsfabriek in Nederland assembleert tientallen onderdelen tot complete bromfietsen. De remmen komen uit Spanje, de carburateur uit Italië, het klokje uit Duitsland, de ketting uit Friesland. Elke Tomos bestaat uit 400 onderdelen. Daarvan moet de Gelderse fabriek er nog 75 in elkaar zetten.

Tomos bouwt negen verschillende uitvoeringen met twee frames. „Je kunt het basisframe net zo veel opsmuk geven als je wilt.” Kickstart of elektrische start, vierkante of ronde koplampje, met of zonder richtingaanwijzers, een standaard- of een retro-uitvoering, gewone wielen of scooterwieltjes.

De voorraadruimtes in Epe staan tjokvol. „Op dit moment hebben we zo’n 2000 brommers klaar staan”, wijst Buiter. „De markt komt laat op gang dit jaar.” Het voorjaar is altijd hoogseizoen voor Tomos. „In de eerste zes maanden verkopen we 60 procent van onze productie.” Van de pakweg 10.000 geproduceerde tweewielers in Epe is 80 procent snorfiets.

Tomos staat -met een marktaandeel van 25 procent- in de top-3 van bestverkochte bromfietsmerken in Nederland. Op dit moment neemt Peugeot de eerste plaats in, Yamaha de derde. Vorig jaar was Tomos nog marktleider, toen de verkopen bij concurrent Peugeot achterbleven.

In een grijs verleden was ons land een bromfietsnatie bij uitstek. In de jaren zestig beschikte ruim een op de drie huishoudens over een bromfiets. De markt telde in deze hoogtijdagen maar liefst 1,7 miljoen gemotoriseerde rijwielen. In Nederland waren 36 bromfietsfabrieken actief.

Sinds die periode is het langzaam bergafwaarts gegaan. De auto werd bereikbaar voor een breed publiek, terwijl de overheid in 1974 de helmplicht invoerde. De Nederlandse markt halveerde van 200.000 naar 100.000 exemplaren.

De opkomst van de scooter heeft een belangrijk deel van de bromfietsenmarkt afgesnoept. In vijf jaar tijd is het aantal verkochte brom- en snorfietsen in Nederland teruggelopen van 75.000 naar zo’n 39.000 stuks. Daarmee is nog maar eentiende over van de meer dan 300.000 in de topperiode.

Tegen de trend in is Tomos, sinds de Nederlandse introductie in 1963, vrijwel voortdurend blijven groeien. De onderneming, onderdeel van het Sloveense moederbedrijf Hidria, dankt deze groei onder andere aan de passie van het personeel, benadrukt Buiter.

„In de tijd dat er oorlog in Joegoslavië woedde, kregen wij soms bepaalde onderdelen niet geleverd. We moesten de gekste capriolen uithalen om toch complete bromfietsen af te leveren. We hebben regelmatig van drie brommers één exemplaar gemaakt.”

De markt is op dit moment volop in beweging. De populariteit van de scooters is volgens Buiter over haar hoogtepunt heen. Hij ziet volop mogelijkheden voor zijn gemotoriseerde tweewielers, ook al lijkt het overheidsbeleid erop gericht om scheurijzers -al dan niet opgevoerd- uit te bannen. „Een Spartamet mag daarbij nog net.”

Om Den Haag tegemoet te komen, heeft de tweewielerbranche een convenant gesloten om het opvoeren van brommers zo veel mogelijk tegen te werken. Tomos lijdt onder de negatieve aandacht voor scooters en opgevoerde brommers.

Ten onrechte, vindt Buiter. „Onze doelgroep bestaat uit vrouwen van 28+, moeders met kinderen die hun Tomos als tweede auto gebruiken. Mandje voorop, kinderzitje achterop: voor zo’n 800 euro ben je klaar.” De opkomst van de stoere scooters heeft aan de andere kant voor de brommer en snorfiets ook een positief effect gehad. „Het Willempie-effect is verdwenen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer