Fluisterbotenvloot Biesbosch uitgebreid
Hilariteit als de schipper iets te dicht langs de waterkant vaart en de takken van de bomen rakelings over de hoofden van de ruim 150 genodigden op het schip scheren. Het valt ook niet mee om met de Halve Maen van ruim 26 meter lang en bijna 6 meter breed door de kreken van de Biesbosch te varen. De natuur heeft echter weinig tot niets te lijden onder de grootste hybride fluisterboot van Europa, die gisteren zijn eerste vaartochtje door het gebied maakte.
De nieuwe rondvaartboot van Biesboschcentrum Dordrecht vaart sinds gisteren in de Biesbosch en rond het Eiland van Dordrecht. Het unieke is dat het schip zijn krachten put uit de zon. Meer dan 60 vierkante meter aan zonnepanelen op het bovendek voedt de 288 accu’s die het schip in zijn buik meevoert. Op de rivier, waar de vaarsnelheid omhoog moet en meer vermogen nodig is, kan de Halve Maen overschakelen op dieselgeneratoren.
De zon beschijnt deze middag niet alleen ruimhartig de zonnepanelen, maar doet ook het jonge voorjaarsgroen oplichten. Watervogels proberen een visje te verschalken en lijken zich niet te storen aan het naderende schip. Niet vreemd, want het technisch hoogstandje met zijn elektromotoren produceert nauwelijks geluid.
Dat is precies wat het Biesboschcentrum wil. Het heeft in de afgelopen tien jaar een complete fluisterbotenvloot opgebouwd. Naast de Halve Maen heeft het Biesboschcentrum een kleinere open fluisterboot op zonne-energie, een zonnepont en een aantal kleine fluisterbootjes voor particuliere huurders in de vaart.
De bouw van de Halve Maen, met een totale capaciteit van 180 personen, ging in recordtempo. In juni 2004 kreeg Leeuwestein Scheepsinstallaties in Dordrecht de opdracht voor de klus. Al op 5 maart is het schip vanaf de scheepswerf Tinnemans in Maasbracht te water gelaten.
De snelle bouw van de Halve Maen verhinderde de scheepsbouwers kennelijk niet om aandacht te schenken aan details. De salon met negentig zitplaatsen is gezellig ingericht en de boot is zowel boven- als benedendeks volledig toegankelijk voor rolstoelgebruikers. Een lift maakt het mogelijk op diverse kadehoogtes mensen aan boord te nemen.
Aan de trots van het Biesboschcentrum hangt een prijskaartje van 1 miljoen euro. Natuur- en Recreatieschap de Hollandse Biesbosch is de grootste geldschieter. De gemeente Dordrecht en de provincie Zuid-Holland hebben financieel ook hun steentje bijgedragen. In ruil daarvoor gaat de Halve Maen in de zomermaanden regelmatig varen vanaf de stad Dordrecht.
Een bemanningslid wijst de gasten op een beverburcht in de rietkraag. „Ik heb ze regelmatig gezien als ik hier langs voer. Die beestjes komen hier steeds vaker voor”, verzekert de man zijn toehoorders. De kans om een glimp van een bever op te vangen vervliegt vrijwel direct, omdat een tegemoetkomend plezierjacht erg dicht langs de waterkant vaart.
De naam van de hybride fluisterboot Halve Maen heeft alles te maken met de bever. Het ontdekkingsschip de Halve Maen voer in 1609 voor de Verenigde Oost-Indische Compagnie de Amerikaanse rivier de Hudson af. De bemanning was eigenlijk op zoek naar een noordwestelijke doorvaart naar China, maar raakte door allerlei omstandigheden uit de koers. De manschappen verkenden het gebied en kwamen met lovende berichten terug. De Nederlanders eisten daarom de Hudsonvallei op, een gebied tussen New York en Albany.
Hun belangrijkste drijfveer was de aanwezigheid van bevers. De bevervellen waren in de zeventiende eeuw veel geld waard. De jacht op de diertjes werd een belangrijke bestaansbron. De staat New York heeft de bever in 1975 zelfs aangewezen als officieel ”state animal”. Sinds gisteren weten de Nederlandse bevers in de Biesbosch zich in het gezelschap van een vaartuig dat historische banden heeft met hun Amerikaanse voorouders.