Argentijnse Joden vluchten naar Israël
Ondanks de escalatie van het conflict in het Midden-Oosten emigreren duizenden Argentijnse Joden naar Israël om te ontsnappen aan de armoede, de dreiging van ontslag, de economische zekerheid en de toenemende onveiligheid in Argentinië.
Het aantal emigratieaanvragen bij de Israëlische ambassade is sinds januari zelfs vertienvoudigd. Het aantal Joodse emigranten zal dit jaar klimmen tot 5000, tegenover 800 in 2000 en 1460 in 2001. Voor deze maand zijn al 600 Argentijnse Joden hun geluk gaan beproeven in Israël.
Argentinië heeft het grootste aantal Joden in de Latijns-Amerikaanse regio. In 1996 waren het er nog 205.000, maar hun aantal slinkt sterk. In vergelijking met het totale aantal Argentijnse emigranten -vorig jaar waren het er zo’n 100.000- is het aantal emigranten naar Israël relatief klein. Maar het is opvallend dat zoveel jonge gezinnen naar een land trekken dat in staat van oorlog leeft. De angst voor de zelfmoordaanslagen in Israël of het feit dat de kinderen verplicht drie jaar in het leger zullen verdwijnen, weegt niet op tegen het verlangen om te ontsnappen uit de economische wurggreep.
„Is het gevaar om te sterven niet groter in Israël?”, vraagt Jorge Schvartzer, een 42-jarige winkelier in Buenos Aires. Zijn vrouw klust bij en stopt haar loon integraal in het overeind houden van de kruidenierswinkel. De kinderen van het gezin-Schvartzer zijn van de private Joodse school afgehaald omdat schoolgaan te duur werd. Tegen die achtergrond is de keuze voor Schvartzer duidelijk: hij trekt binnenkort met zijn gezin naar Israël. Hij weet dat zijn jonge dochter en zijn tienerzoon in het Israëlische leger zullen moeten dienen. Hij kijkt ook niet uit naar de dagelijkse dreiging die uitgaat van de zelfmoordaanslagen in Israël.
„In Buenos Aires loert het gevaar ook om de hoek”, zegt de winkelier. „Om een voorbeeld te geven: één van de vrouwen die aan mijn voorbereidingscursus voor emigratie naar Israël deelnam, is gestorven bij een overval in de metro. Ze probeerde zich te verdedigen tegen de aanvaller, die het op haar tas gemunt had, en kwam onder de metro terecht.”
Het geweld neemt hand over hand toe in Buenos Aires. De modale Argentijn moet ook leven met de dreiging van een mogelijk ontslag. Ziek zijn is vreselijk duur geworden en velen zijn bang hun zuurverdiende spaarcenten te verliezen omdat de spaarrekeningen gedeeltelijk werden bevroren sinds december.
Het Joodse Agentschap voor de Vertegenwoordiging van Israël, een semi-officiële immigratiedienst, vangt mensen als Schvatzer op. „Hun beslissing heeft weinig of niets te maken met geloof. De meeste emigranten zijn seculiere Joden”, zegt Tzvi Hasson van het Agentschap. „Ze willen in een land leven waar de Joden soeverein zijn, waar zaterdag een rustdag is en waar hun tradities gerespecteerd worden.”
De Argentijnse crisis slorpt tegenwoordig alle werkuren en financiële middelen van de Latijns-Amerikaanse afdeling van het Agentschap op. Het Joods Agentschap is een zionistische organisatie die een eeuw geleden werd opgericht „om bruggen te bouwen tussen de Joodse gemeenschappen rond de wereld.” Ze maakte dit jaar 22 miljoen euro vrij voor hulp aan arme Argentijnse Joden. Een deel van dat geld wordt gebruikt om kandidaat-emigranten te informeren en te steunen. Een ander deel gaat naar Argentijnse Joden die willen blijven en naar private Joodse scholen in financiële moeilijkheden. Zo’n vijfde van de Argentijnse Joden leeft onder de armoedegrens, schat de Argentijns-Israëlische Vereniging, een Joods gemeenschapscentrum.
Emigreren naar een industrieland is voor gewone Argentijnen bijna onbegonnen werk. De Israëlische autoriteiten daarentegen, bekommeren zich noch om de leeftijd (zo’n 12 procent is gepensioneerd) noch de koopkracht, noch de afkomst, noch de gezondheid van de kandidaat-emigranten. Alle Joden hebben recht op het Israëlisch staatsburgerschap zodra ze voet zetten op Israëlische bodem.
Het Joods Agentschap biedt de Joden die wensen te emigreren bovendien een aantal aanlokkelijke voorwaarden. „Wie zich geen ticket kan veroorloven, krijgt een enkele reis van ons. Wie kan profiteren van de Wet op de Terugkeer krijgt maandelijks een premie voor de levenskost, gezondheidsuitgaven en men krijgt assistentie bij het zoeken van een woning”, zegt Hasson. Wie de premie krijgt, dient zes maanden lang Hebreeuws te studeren. De lessen worden betaald door het Joods Agentschap. Immigranten krijgen in Israël ook assistentie bij het vinden van werk, een school of een universiteit. Voor gepensioneerden gelden die voordelen 13 maanden. Vrouwen ouder dan zestig en mannen boven de 65 krijgen een pensioen van 443 euro per maand, ongeacht hun bijdrage aan de sociale zekerheid.
Hasson benadrukt dat het leven in Israël geen sprookje is. „We bieden de mensen meer moeilijkheden dan voorzieningen: een klein land met een territorium dat in de kleinste Argentijnse provincie past, een beperkte watervoorraad en een taal die een leven lang duurt om te leren. En dan is er nog het ergste: het gebrek aan veiligheid. Ik heb zelf 45 jaar in Israël gewoond en ik heb zeven oorlogen meegemaakt. Mijn vier kinderen hebben drie jaar in het leger gezeten en ook mijn dertien kleinkinderen zullen dat moeten doen.”