De totale route is 150 kilometer lang en voert langs zo’n vijftien meren. Hij loopt van Marigny bij het Lac de Chalain -het meest noordelijke puntje van de tocht- tot Chancia aan het Lac de Vouglans. De tocht is eigenlijk uitgezet voor automobilisten, maar mensen met sterke benen en een sportieve fiets komen ook een heel eind.

Het mooie van een beetje rondrijden is dat er altijd nieuwe, onverwachte dingen opdoemen. Dat geldt zeker bij de Route des Lacs. Je ziet niet alleen de prachtigste meren, keer op keer stuit je ook op andere bezienswaardigheden, zoals een paaldorp in Marigny, een speelgoedmuseum in Moirans en Montagne, een stuwdam bij Lect en een kerk in Orgelet.

Molards
Startpunt is camping Domaine de Chalain in Doucier, exact 800 kilometer rijden vanaf Utrecht. De kampeerplek ligt direct aan het water van het Lac de Chalain. En wat voor water! Blauwgroen, zoals alleen meren in het buitenland dat lijken te kunnen zijn. De uitstekend bewegwijzerde Route des Lacs voert naar een informatiepaneel met gegevens in Frans, Engels, Duits en Nederlands! Het Lac de Chalain blijkt het grootste natuurlijke meer van het departement Jura. ”Het ligt diep verankerd in de hoogvlakte van Champagnole en wordt over meer dan de helft van de oevers omgeven door steile en bosrijke hellingen. Het westelijke gedeelte is daarentegen laag en moerasachtig en wordt omgeven door zacht glooiende heuvels die molards worden genoemd, de resten van de gletsjermorenes die het meer duizenden jaren hebben afgesloten”.

Het paneel leert verder dat het meer geliefd is bij watersporters en dat vis een van de hoofdattracties vormt. ”Marene, rivierbaars en voorn brengen elke visser in vervoering.” Gewoon zwemmen kan gelukkig ook; Lac de Chalain is het enige van de acht noordelijke meren dat een bewaakt strand heeft. Het waterbassin is bijna 3 kilometer lang, ruim 1 kilometer breed en gemiddeld 20 meter diep. Vanaf de camping loopt er een wandelpad langs de hele oever.

De route leidt verder over de D27 naar de ”cité lacustre” van Marigny. Een archeologische expositie in het palendorp toont hoe de streekbewoners omstreeks 3000 voor Christus leefden. Iets verderop, aan de D74 bij Le Frasnois, ligt een museumpje dat aan de hand van maquettes en aquaria de flora, fauna en geschiedenis van het merengebied voor het voetlicht haalt.

Een paar kilometer na het ”kenniscentrum” wacht een uitzichtpunt over vier meren: Lac de Vernois, Lac de Narlay, Lac d’Ilay en de Lacs des Maclu. Echt groot zijn ze niet en veel watersportmogelijkheden bieden ze niet, maar dat neemt niet weg dat je er uren naar kunt kijken. Vanaf het ”point de vue” lijken de bassins net kleine spiegels, waarin bomen kijken of hun ’haar’ goed zit. Een eenzame visser veroorzaakt met zijn dobber een barst in het gladde oppervlak.

Watervallen
Hoewel de route na het viermerenpunt naar Lac de Bonlieu loopt, is het onweerstaanbaar om een paar kilometer om te rijden naar Pic de l’Aigle, met 991 meter het hoogste punt van de streek. Al is het alleen maar om je stuur- en schakelvaardigheden te testen. Op de kale top van de berg beginnen enkele wandelingen.

Op de terugweg naar Doucier ruist hét hoogtepunt van de streek: de watervallen van de Hérisson. Tijdens een wandeling van 5 kilometer zijn er een stuk of tien te bewonderen; sommige storten zich zo’n 60 meter naar beneden.

Het Lac du Val en het Lac de Chambly vormen de laatste bezienswaardigheden op de ingekorte versie van de Route des Lacs. Ze geeft een aardig, maar natuurlijk niet volledig beeld van de Région des Lacs. Voor een totaler plaatje is een bezoek aan het grootste, niet-natuurlijke meer van de streek, Lac de Vouglans, een must.

De rit daarheen is goed te combineren met een bezoek aan het speelgoedmuseum in Moirans en Montagne. Hebben de kids ook wat. Op de route ligt Pont de Poitte, een sfeervol plaatsje met een paar gezellige terrasjes, dat een brug over de Ain herbergt, dezelfde rivier die zich een paar kilometer verderop tot het Lac de Vouglans verbreedt. Een kopje koffie -bestel café au lait, anders doen de Fransen het zwarte vocht in een kopje dat meer wegheeft van een vingerhoed- en een croissant of een pain de chocolat vormen het ontbijt van de dag.

Bij La Tour du Meix voert de weg over een lange brug, Pont de la Pyle, die het Lac de Vouglans overspant. Schitterend, wat een uitzicht. Als een blauwe slang kronkelt het meer richting de stuwdam bij Lect, een kilometer of 30 verderop. De breedte van de slang varieert van 300 tot 800 meter en zijn ’dikte’ is gemiddeld 37,8 meter. Rondvaartboten, surfplanken, waterskiërs en zwemmers speren over zijn rug. Op het (bewaakte) strandje Surchauffant kijken zonnebaders hoofdschuddend naar de inspanningen van de sportievelingen.

Stuwdam
Vlak voor Moirans en Montagne liggen de waterrecreatiecentra Mercantine, gericht op zeilen en catamaranvaren, en Bellecin, een roeicentrum. Helaas zijn de kinderen de watersporters zat. Snel door naar het speelgoedmuseum dus. De stuwdam bij Lect moet maar blijven zitten, net zoals de kerk van Orgelet op de westoever van het Lac de Vouglans. Misschien een andere dag. Hoewel, het strandje met de zonnende zwemmers zag er ook niet verkeerd uit…

Meer informatie: Maison de la France, tel. 0900-1122332 en www.juralacs.com, www.chalain.com, www.jura-tourism.com, www.musee-du-jouet.com en www.franche-comte.org.