Dat zei een woordvoerder van het ministerie van Justitie donderdag in een toelichting op een brief aan de Tweede Kamer over het stelsel van beveiligen en bewaken. De ministers Donner (Justitie) en Remkes (Binnenlandse Zaken) melden daarin dat de speciale beveiligde woonvoorziening wordt toegevoegd aan het stelsel.

De brief gaat in op de vragen van het PvdA–Tweede–Kamerlid Kalsbeek over de positie van bedreigde Kamerleden, zoals Hirsi Ali en Wilders. Hirsi Ali had geklaagd dat zij geen inzicht had in de aard van de bedreigingen en steeds moest verkassen uit haar ’safe house’ als bekend werd waar zij zat. Zij kreeg daardoor geen kans om enig sociaal leven te leiden. Inmiddels is er voor haar een speciale woning geregeld.

De speciale woonvoorziening komt in laatste instantie in zicht als de eigen, reeds beveiligde, woning of een tijdelijke safe house niet meer voldoet en de dreiging naar verwachting langer dan zes maanden zal aanhouden. Eventueel kunnen gezinsleden er ook terecht, aldus de woordvoerder van Justitie. De overheid vraagt een vergoeding voor het gebruik, onder meer gerelateerd aan het inkomen.

Deskundigen bepalen de aard van de veiligheidsmaatregelen en voeren ze uit. De overheid is verantwoordelijk voor de veiligheidsmaatregelen, niet voor zijn veiligheid, schrijven Donner en Remkes. Niemand kan veiligheid garanderen.

Volgens de ministers doet de overheid er alles aan om bedreigden een zo normaal mogelijk leven te laten leiden maar is dat soms door omstandigheden niet mogelijk. Om die reden kan de bedreigde soms ook geen mededelingen worden gedaan over de risico’s en bedreigingen.