Bij de nieuwe Werkloosheidswet (WW) krijgt het UWV volgens Linthorst waarschijnlijk opnieuw te maken met een opeenhoping van veranderingen. „Ook in de WW dreigt weer cumulatieproblematiek", aldus Linthorst. Hij spreekt van „een ingewikkelde wetswijziging".

In het geval de nieuwe WAO, de zogeheten WIA, bestaat deze opeenhoping uit vertraging van de politieke besluitvorming, de nieuwe regels zelf en veranderingen in de inning van de WAO–premies, aldus de voorzitter.

Bovendien zullen veranderingen in de WW voor extra aanpassingen in de nieuwe WAO zorgen, zegt vice–voorzitter A. Dümig van het UWV. Volgens haar moeten veranderingen in de WW en de WAO op elkaar worden afgestemd. Zo hebben de rechten op een WW–uitkering invloed op de uitkering die gedeeltelijk arbeidsongeschikten krijgen in de nieuwe WAO.

Dit nieuwe stelsel moet op 1 januari worden ingevoerd. Een onderdeel uit de WIA zal in ieder geval een jaar vertraging oplopen. Het gaat om de premies voor uitkeringen voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten.

Volgens Linthorst proberen onder andere de verzekeraars, waarmee het UWV moet na 1 januari moet concurreren in de uitvoering van de WIA, de publieke uitkeringinstantie doelbewust in een kwaad daglicht te stellen. „Het is wat irritant als je steeds wordt afgeschilderd als partij die steeds zijn huiswerk niet af heeft". Volgens Linthorst is de vertraging niet te wijten aan het UWV. Hij zegt dat de uitkeringsinstantie een nieuwe wet pas goed kan uitvoeren als de wetstekst vastligt. Op dit moment moeten de Tweede en Eerste Kamer nog hun goedkeuring geven.