Onderzoek naar preventie blauwalg
Stichting Noordzee, de Zeeuwse Milieu Federatie (ZMF) en wetenschappers onderzoeken het probleem van blauwalg in de Zeeuwse wateren. Doel is het terugdringen van de overlast veroorzakende waterplantjes tijdens de zomer.
Het onderzoek richt zich op de Oosterschelde, Krammer en Volkerak. In die wateren vermeerdert de blauwalg zich in de zomermaanden.
De blauwalg komt daar door meststoffen die via de Brabantse rivieren en het Hollandsch Diep worden aangevoerd. „Maar ook door de aanleg van dijken en sluizen door de Deltawerken, waardoor een sterke scheiding van zoet en zout water is ontstaan”, zegt E. van Well van Stichting Noordzee. „Voorheen bestond er een brak gedeelte tussen zoet en zout water, waarin meststoffen verdwenen.”
De blauwalg vormt stankoverlast en is giftig. Dat betekent dat er niet gezwommen mag worden. De landbouw kan het algenrijke water evenmin gebruiken voor besproeiing van het land.
Het onderzoek, waarvoor de provincie Zeeland woensdag 10.000 euro beschikbaar stelde, richt zich met name op het herstel van zoet en zout water. Volgens Van Well kan dat door vaker de sluizen te openen. „Hierdoor ontstaat er een beter evenwicht tussen zoet en zout water. De blauwalg kan namelijk niet tegen zout water.”
Bovendien moet de mestwetgeving worden aangescherpt, stelt hij, zodat minder meststoffen in de rivieren terechtkomen.
Binnen anderhalf jaar moet het onderzoek zijn afgerond. Of er dan veilig gezwommen kan worden in de Zeeuwse wateren, is volgens woordvoerder V. Klap van de Zeeuwse Milieu Federatie niet te zeggen. „We bieden daarvoor geen oplossingen, wel aanbevelingen hoe de blauwalg eronder gehouden kan worden.”
Maar vrij van blauwalg zullen de wateren niet worden. „Vissen leven onder meer van blauwalg”, aldus Van Well.