Economie

„Goed OV prima remedie tegen fileleed”

Lijkt een lijnbus niet het meest geschikte vervoermiddel om indruk mee te maken, Connexxion-topman P. Kortenhorst ziet dat anders. Allereerst wil hij een kleine frustratie kwijt: „Openbaar vervoer is meer dan de Nederlandse Spoorwegen.” En verder: „Openbaar vervoer zou een veel groter aandeel kunnen en moeten hebben in de oplossing van onze mobiliteitsproblemen.”

Niek Sterk
31 March 2005 08:53Gewijzigd op 14 November 2020 02:23
APELDOORN – Het openbaar vervoer zou een veel groter aandeel moeten hebben in de totale vervoersstroom, aldus Connexxion topman P. Kortenhorst. Veel extra „breedteasfalt” biedt geen soelaas, zegt hij. „De opnamecapaciteit van de steden is daarvoor te kl
APELDOORN – Het openbaar vervoer zou een veel groter aandeel moeten hebben in de totale vervoersstroom, aldus Connexxion topman P. Kortenhorst. Veel extra „breedteasfalt” biedt geen soelaas, zegt hij. „De opnamecapaciteit van de steden is daarvoor te kl

De jaarcijfers van vervoersonderneming Connexxion over 2004 -woensdag gepresenteerd- bleken heel redelijk. Was de leegloop van reizigers in het streekvervoer dramatisch in de jaren 2001 tot en met 2003, inmiddels is die neergaande lijn omgebogen, zegt Kortenhorst. De cijfers rechtvaardigen die visie.

Bezuinigingen zorgden voor het uitkleden van voorzieningen en daardoor voor minder reizigers. „Vrije infrastructuur, een hoge frequentie en grote betrouwbaarheid lokken de reizigers echter steevast het openbaar vervoer in.” De Zuidtangent -een busverbinding over een vrije baan tussen de stadscentra in Noord-Holland- en het stadsvervoer van Almere zijn twee succesvolle voorbeelden. „Net als de buslijn Purmerend-Amsterdam, die fantastisch presteert.”

Een land met een zo groot mobiliteitsprobleem als Nederland kan zich niet permitteren z’n openbaar vervoer te verwaarlozen. Het kan en moet daarom een veel groter aandeel hebben in de totale vervoersstroom. Veel extra „breedteasfalt” biedt geen soelaas, zegt de Connexxion-topman. „De opnamecapaciteit van de steden is daarvoor te klein. Je kunt nu eenmaal niet vierbaans op de gracht komen.”

Over grachten gesproken: volgens Kortenhorst moeten de vervoerswethouders van de vier grote steden er ernstig over nadenken hun gemeentelijke vervoersbedrijven zo snel mogelijk te verkopen. „Op dit moment zijn GVB, RET, HTM en GVU goed van de hand te doen, vanwege de langere concessies die ervoor zijn verleend. Elk jaar dat die steden wachten, worden de bedrijven minder waard.”

Vorige week donderdag besloot het kabinet dat Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht het busvervoer uiterlijk in 2009 en het railvervoer (tram en/of metro) in 2017 moeten hebben verkocht.

Connexxion is meer dan geïntereseerd. „Wij steken daarvoor meteen onze hand op. De wethouders moeten zich realiseren dat de kwaliteit van het stedelijk vervoer beter kan. Wij hebben in twintig kleinere steden ervaring en bewijzen dagelijks het vak te beheersen. Het geld dat met de verkoop in het laatje stroomt, zou dan wel moeten worden geïnvesteerd in vrije busbanen en andere hoogwaardige infrastructuur ten gunste van tram, bus en metro. De stedelijke OV-netwerken kunnen zo eenvoudig op een hoger plan worden gebracht. Als ik wethouder was, zou ik het wel weten.”

Uitbreiding in de grote steden zou voor Connexxion een uitkomst betekenen in tijden van Europese aanbestedingen, waardoor de vervoerder een deel van z’n regionale vervoer verliest. Afgelopen jaar kreeg Connexxion 97 miljoen euro omzet van de 137 miljoen aan te vergeven contracten in handen. Daarbij ging het in totaal om 35 procent van de landelijke buslijnen.

In 2005 zal ongeveer de helft van de landelijke omzet worden aanbesteed. Volgens financieel directeur F. Janssen van Connexxion zullen de aanbestedingen grote druk uitoefenen op de winstmarges. Het bedrijf wil daarom de kosten omlaag brengen door bussen en personeel slimmer in te zetten en door onderhoud en dienstregeling beter op elkaar af te stemmen. Nieuwe concessies in de vier grote steden zouden in dit verband bijzonder profijtelijk kunnen zijn.

Connexxion is deze maand als eerste vervoersbedrijf begonnen met een proef voor de invoering van de OV-chipkaart. Na ruim twintig jaar maakt de strippenkaart de komende tijd plaats voor een nieuwe kaart, waarmee elke OV-reiziger vanaf 2007 van elke vervoersmodaliteit gebruik kan maken. Connexxion staat samen met NS en de vervoersbedrijven van de vier grote steden aan de basis van de chipkaart in Nederland. De initiatiefnemers werken samen in Trans Link Systems (TLS), de organisatie die tekent voor de invoering van het elektronische betalingsbewijs.

De eerste zes Connexxion-bussen zijn inmiddels voorzien van apparatuur en rijden daarmee rond in de Hoeksche Waard, het gebied ten zuiden van Rotterdam. Als de kinderziekten op de eerste trajecten zijn verholpen, volgt inbouw in bussen op Voorne-Putten. De datum waarop Connexxion, RET (metro, tram en bus, Rotterdam) en NS (Hoekse Lijn, Maasstad-Hoek van Holland) op elkaar worden aangesloten, is uitgesteld.

In eerste instantie zou dat begin april zijn, maar door technische problemen wordt het waarschijnlijk wel zomer. Het is de bedoeling dat in 2006 in de hele Randstad met de kaart kan worden gereisd. Een jaar later moet de chipkaart in heel Nederland werken. Dat er sprake is van enig uitstel is niet verontrustend, zegt Kortenhorst. „Het systeem werkt goed, dat weten we door de ervaringen in Hongkong, waar 7,5 miljoen mensen op de kaart reizen. Nederland is echter het eerste land ter wereld waar een landelijk dekkend net voor trein, bus, tram en metro wordt uitgerold. Daarbij is sprake van voortschrijdend inzicht, dat kan soms wat extra tijd kosten. Het moet straks natuurlijk wel foutloos werken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer