Rapport pleit Annan gedeeltelijk vrij
Er zijn geen aanwijzingen dat VN-secretaris-generaal Kofi Annan persoonlijk betrokken was bij het toekennen van een contract aan het bedrijf waar zijn zoon werkte. Maar toen daarover vragen rezen, heeft de secretaris-generaal onvoldoende actie ondernomen om die zaak grondig uit te zoeken.
Dat is de conclusie van een tweede interim-rapport van Paul Volcker over het olie-voor-voedselschandaal dat in het Amerikaanse parlement al leidde tot suggesties over een vroegtijdig aftreden van Annan. Het olie-voor-voedselprogramma stelde het Iraakse regime van Saddam Hussein indertijd in staat om onder toezicht van de VN een beperkte hoeveelheid olie te verkopen om van de opbrengst daarvan voedsel en medicamenten voor de Iraakse bevolking aan te schaffen.
In feite blijkt Saddam het programma echter misbruikt te hebben door zichzelf te verrijken. Bovendien gebruikte hij het programma om het VN-sanctiebeleid te ondermijnen. Het Zwitserse bedrijf Cotecna Inspection Services was een van de bedrijven die bij het programma betrokken waren. Annans zoon Kojo Annan werkte in Afrika voor Cotecna en had officieel zijn dienstverband bij het bedrijf beëindigd. In feite bleef Cotecna Kojo Annan echter doorbetalen tot februari vorig jaar.
Cotecna en Kojo Annan hielden dit verborgen voor Annan senior en voor VN-vertegenwoordigers. Volgens onderzoeker Paul Volcker (oud-president van de Amerikaanse Federal Reserve) zijn er geen aanwijzingen dat Kofi Annan Cotecna een contract gunde omdat zijn zoon daar werkte. „Annan was niet betrokken bij contractonderhandelingen en dacht bovendien dat zijn zoon niet meer voor Cotecna werkte. Maar toen er vragen rezen, had hij de zaak grondiger moeten onderzoeken”, aldus Volcker dinsdag bij de presentatie van het tweede imterim-rapport over de affaire. Zijn eindrapport wordt komende zomer verwacht.
Kofi Annan zei dinsdag „diep teleurgesteld” te zijn over het gedrag van zijn zoon. Voor Annan vormt het rapport geen aanleiding om op te stappen. „Geen sprake van!” aldus Annan. Washington reageerde voorzichtig. „Wij blijven secretaris-generaal Annan en zijn werk voor de VN steunen”, aldus Witte-Huiswoordvoerder Scott McClellan.
„Men is voorzichtig, omdat het eindrapport er nog aan zit te komen. „Nu aandringen op vertrek van Annan zou tot een crisis kunnen leiden binnen de VN, temeer omdat de secretaris-generaal veel steun geniet onder de andere VN-lidstaten. Daarom houdt Washington een slag om de arm. Maar in feite zou men Annan graag zien vertrekken”, aldus politiek analist Doug Bandow van het Cato Research Instituut in Washington.