Trots op vergeten financiële glorie
Titel:
”Hollands Gouden Glorie. De financiële kracht van Nederland door de eeuwen heen”
Auteur: Marius van Nieuwkerk
Uitgeverij: Becht, Haarlem, 2005
ISBN 90 2301 159 7
Pagina’s: 224
Prijs: € 39,90. Nederlanders kunnen jarenlang treuren om een verloren voetbalfinale. Ze neigen naar het uitvergroten van mislukkingen. Dat ditzelfde land eeuwenlang de dienst uitmaakte in de economische wereld, vergeten velen. In het boek ”Hollands Gouden Glorie” legt M. van Nieuwkerk uit dat gepaste trots op zijn plaats is.
Buitenlanders zetten Van Nieuwkerk op het spoor om een boek te schrijven over de financiële kracht van Nederland door de eeuwen heen. Met zijn 35-jarige loopbaan bij De Nederlandsche Bank heeft hij veel internationale contacten. „Mensen vragen me hoe het komt dat een klein land zo veel multinationals kent. Ze vinden dat ik daar best trots op mag zijn.”
Die trots vindt Van Nieuwkerk in eigen land echter niet terug. „Nederlanders kleuren veel gebeurtenissen negatief in. Over verloren voetbalfinales wordt bijvoorbeeld regelmatig gesproken.”
Hij besluit historisch materiaal te verzamelen en te bundelen. Het geheel is nu verschenen onder de titel ”Hollands Gouden Glorie”. Prins Willem-Alexander nam vorige maand het eerste exemplaar in ontvangst.
Het rijk geïllustreerde boek bestaat uit drie delen. In de eerste hoofdstukken beschrijft Van Nieuwkerk de ontwikkeling van Nederland. Het middelste deel handelt over de gloriejaren 1500 tot 1820. In deze eeuwen ligt het bruto nationaal product per inwoner hoger dan in landen zoals de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Ten slotte komt het erfgoed uit deze gouden jaren aan bod.
Het boek is niet alleen voer voor economen. Ook geïnteresseerden in de geschiedenis van Nederland komen aan hun trekken. Door de variëteit aan onderwerpen -Van Nieuwkerk haalt in aparte kaders opvallende gebeurtenissen voor het voetlicht- en de vele afbeeldingen en grafieken is het boek geen moment saai.
Op de kaft prijkt een afbeelding van het schilderij van Rembrandt over de rijke dwaas. „Er zijn meer dingen in het leven dan geld”, relativeert de schrijver het onderwerp van zijn boek, zonder overigens hiermee een bepaald geloof te willen uitdragen.
Tulp
Volgens Van Nieuwkerk gaf de strijd tegen het water Nederland de motivatie om zich verder te ontwikkelen. „Vanuit deze strijd leerden we al vroeg om te sparen voor slechtere tijden. We belegden dit geld in het buitenland. Hierdoor ontstonden grote concerns en goede toezichthouders. Oftewel, ons land gaat van modder naar multi’s en money masters.”
Het succes vanaf 1500 verklaart Van Nieuwkerk uit diverse factoren. Oorlogen treffen buurlanden harder dan Nederland. Verder zorgen uitvindingen voor productiviteitsvoordeel, zodat kosten lager zijn. Ten slotte kent Nederland in die jaren een aantal succesvolle organisaties, waarvan de VOC wel de bekendste is.
Het boek besteedt veel aandacht aan de Amsterdamse wisselbank. Deze centrale bank vormt in de zeventiende en de achttiende eeuw het centrum van de financiële wereld. Andere landen richten hun centrale bank in naar het voorbeeld van Nederland.
In de gloriejaren stijgt het succes enkelen naar het hoofd. De tulp doet zijn intrede in Nederland. Oorspronkelijk komt de bloem uit Klein-Azië. Al snel zien de mensen de tulp als een vorm van kunst. In die tijd levert De Nachtwacht van Rembrandt 1200 gulden op, terwijl voor drie bollen van de tulp semper augustus 30.000 gulden wordt neergeteld.
Rond 1635 barst een echte gekte los. De vraag naar tulpen groeit, terwijl het aanbod beperkt blijft. Hier vinden de floristen iets op: ze gaan handelen in bollen die nog moeten worden geoogst. Er ontstaat een levendige handel in papieren opties.
De duurste bol kost op het toppunt zelfs 14.000 gulden. Een wever moet voor dat bedrag zeventig jaar werken. In 1636 slaat de twijfel toe en kelderen de optiekoersen. Verschillende handelaren raken al hun bezittingen kwijt. Een echte recessie blijft uit doordat de tulpenmanie zich in de marge van de samenleving afspeelt.
Krijgsmacht
Inmiddels bezetten de Verenigde Staten de eerste plaats op het economische wereldtoneel. „In de negentiende eeuw raakten we onze positie kwijt aan de Engelsen. Die hebben het stokje vervolgens overgedragen aan de Amerikanen. Met de beurswaakhond SEC en de Federal Reserve (centrale bank, FvdB) beschikken zij over enorme instituties die wij eerder hadden.”
Van Nieuwkerk verwacht niet dat Nederland ooit terugkeert op het hoogste niveau. „Daarvoor is Nederland te klein. Je moet nu een groot grondgebied bezitten evenals een sterke krijgsmacht. China maakt wel een goede kans om over een aantal jaren het economisch centrum van de wereld te worden.”
Toch liggen er genoeg mogelijkheden, denkt Van Nieuwkerk. „Een keer per week fiets ik met mijn vrouw door de bollenstreek. Iedere keer verwonder ik me weer over de tulpenvelden. Dat gewas hadden we vroeger helemaal niet, maar door onze handelsgeest vormt het nu een belangrijk product. Zo moeten we reageren op nieuwe ontwikkelingen. We zijn daartoe in staat doordat ons land klein genoeg is om elkaar te kennen en groot genoeg om economisch een rol te spelen.”
Van Nieuwkerk raadt mensen aan de zegeningen te tellen. „Ik ben optimistisch, ook over de toekomst. We moeten niet bij de pakken neerzitten, maar de lessen uit het verleden gebruiken. Ik pleit voor een gezond vertrouwen in onszelf, al kunnen we dan een nieuwe hegemonie wel uit ons hoofd zetten.”