Verdreven president Kirgizië bereid op te stappen
De verdreven president van Kirgizië, Askar Akajev, is bereid op te stappen. Hij sloot dinsdagavond voor het eerst zijn aftreden als staatshoofd van het Centraal–Aziatische land niet meer uit.
Akajev verblijft in ballingschap in Rusland. Hij zei bereid te zijn te vetrekken, als dat volledig in lijn zou zijn met de Kirgizische grondwet. In een gesprek met de Russische staatstelevisie eiste hij wel garanties voor zijn veiligheid.
Eerder op de dag meldde het Russische persbureau Interfax dat Akajev klaar is om de dialoog aan te gaan met het nieuwe parlement van zijn land. „Het nieuwe parlement is vandaag het enige legitieme orgaan in onze republiek", citeerde Interfax uit een interview met een Russische krant.
Parlementsvoorzitter Omoerbek Tekebajev liet weten dat hij bereid is met Akajev te praten, mits het parlement daarmee akkoord gaat. Volgens Tekebajev kan een gesprek met Akajev alleen gaan over een formele overdracht van de macht door de oud–president.
Akajev werd vorige week na een volksopstand in de hoofdstad Bisjkek afgezet door de oppositie. Directe aanleiding voor het oproer was het gesjoemel rond de parlementsverkiezingen, die eind februari en begin maart in twee rondes werden gehouden. Vooral partijen die zich loyaal aan Akajev hadden getoond werden gekozen.
Na de vlucht van Akajev benoemde het nog zittende parlement oppositieleider Koermanbek Bakijev tot waarnemend president en premier. Ook weigerde dit parlement plaats te maken voor een nieuwe volksvertegenwoordiging. De afgelopen dagen gingen de leiders van de oppositie overstag en spraken zich uit voor ontbinding van het oude parlement. Het nieuwe parlement kwam maandag bijeen en sprak ook zijn steun uit voor Bakijev.