De Franse cultuur van afvalligheid
„Wie echt in God gelooft, is in Zwitserland en Frankrijk een vreemdeling.” Jean-Marc Berthoud, secretaris van de Colloque Biblique Francophone (de voormalige Pastorale van Dijon), die dinsdag begint, is echter niet pessimistisch. „We hebben een grote God. Maar de werkelijkheid is ook dat Frankrijk en Zwitserland steeds meer een cultuur van afvalligheid worden.”
Berthoud ontdekte het gereformeerde geloof op 26-jarige leeftijd. Zijn vader was zendeling in Zuid-Afrika en later predikant in Luik. Berthoud deed na zijn bekering tot de gereformeerde traditie afstand van zijn universitaire ambities in Johannesburg, Londen en Parijs (Sorbonne). Hij koos voor dagelijks werk als postbode en combineerde dat met het schrijven van talrijke artikelen en boeken over het gereformeerde geloof; met name de apologetische gerichtheid heeft zijn belangstelling.
Inmiddels is hij gepensioneerd en actief als uitgever van enkele tijdschriften. Hij runt een christelijke boekhandel in Lausanne -pal naast de monumentale stedelijke kathedraal- en verzorgt nu de uitgave van de complete werken van de Zwitserse reformator Pierre Viret. Hij is lid van een gereformeerde baptistengemeente in Lausanne en preekt de laatste tijd zelf regelmatig over de Tien Geboden en over de profeet Ezechiël. „Deze profeet, met zijn visioen van de dorre doodsbeenderen, is van grote actualiteit voor onze situatie in Europa.”
Berthoud zegt dat het niet gemakkelijk is om gereformeerd te zijn in de Franstalige wereld in Europa. „Gereformeerde kerken zijn er nauwelijks te vinden. Het publieke leven is totaal vijandig ten opzichte van het gereformeerde gedachtegoed, zelfs ten opzichte van christelijke ideeën in het algemeen. Zelfs de christenen hebben vaak geen idee wat de gereformeerde leer is. Wil je mensen hiervoor interesseren, dan moet je alles vanaf een nulpunt opbouwen. We hebben wel een gereformeerde faculteit in Aix-en-Provence, maar deze is niet geworteld in de kerken zelf. Alles wat echt gereformeerd is hangt in de lucht, maar krijgt geen ingang bij de mensen.”
Berthoud is in staat om Frankrijk en Zwitserland met elkaar te vergelijken omdat hij veel contacten heeft in beide landen. Zijn broer Pierre was een tijd lang decaan van de theologische faculteit van Aix-en-Provence (evenals zijn andere broer Jacques aan de universiteit van York).
„De situatie in Zwitserland is misschien iets beter omdat er enkele reformatorische kerken zijn ontstaan met een baptistische achtergrond. Die kerken staan steeds meer open voor de gereformeerde leer. De theologische faculteiten in Genève, Lausanne en Neuchâtel staan echter op het punt te verdwijnen bij gebrek aan studenten en omdat ze niets christelijks meer te bieden hebben. Er heerst in Franstalig Zwitserland een complete verwarring, leegheid en vaagheid. Bovendien is er ook materiële onzekerheid omdat de kantonale autoriteiten willen korten op de toelagen voor de officiële kerken.”
De hoofdreligie in zowel Frankrijk als Zwitserland is volgens Berthoud „materialisme, hedonisme, zelfgenoegzaamheid, opgaan in vakanties en in het virtuele leven van de media.” „In Frankrijk is de secularisatie agressiever dan in Zwitserland en bestaat er een grote vijandigheid tegenover alle publieke uitingen van religie. Men wil religie wel tolereren, maar de kerken mogen niets zeggen over het privé-leven van mensen. De rooms-katholieken in Frankrijk trekken zich niets aan van de pauselijke richtlijnen over gezin en seksualiteit en de kerk disciplineert niemand meer, behalve degenen die trouw blijven aan de oude traditie van Rome.
In Zwitserland is de grote mode een religie van het type van new age en de pseudo-evangelische beweging van Rick Warren. Franse christenen zijn vooral beïnvloed door het socialisme en geven amper iets aan de kerken. Ze betalen hun predikanten uit alsof ze arme proletariërs zijn. Hielden ze meer van God, dan hoefden hun eigen predikanten niet van een minimumloon te leven.”
Frankrijk en Zwitserland hebben vooral kleine kerken nodig die „trouw zijn aan hun roeping, aan hun binding aan de confessionele leer en die vooral persoonlijke vroomheid laten zien. We beleven nu de dag van de kleine dingen. We dienen trouw te zijn in het kleine, geduldig en voorzichtig.
Het schijnt mij toe dat de massa in Frankrijk en Zwitserland getroffen is door het oordeel van God, Die zich terugtrekt van hen die onverschillig tegenover Hem staan. Het stichten van kleine kerken rond gebed en bijbelstudie is zowel in Zwitserland als in Frankrijk echter moeilijk. De grond is hard en de resultaten zijn nauwelijks zichtbaar.”
Berthoud heeft veel verwachting van het Colloque Biblique Francophone, die nu al meer dan twintig jaar samenkomt. „Doel is de opbouw en het onderwijs van christenen die hongerig zijn naar ware gereformeerde spiritualiteit. Het is jammer dat we niet meer predikanten in Frankrijk kunnen aantrekken. Van de meest behoudende Eglise Réformée Evangelique Indépendante (EREI) komt er bijna niemand. Zij die zich reformatorisch noemen, vinden ons te strikt in het calvinisme. Zij die wel komen, zijn reeds overtuigd.
De bijeenkomsten van het colloque zijn belangrijk om gereformeerde christenen in de Franse verstrooiing bij elkaar te houden en om de banden tussen gereformeerden en gereformeerde baptisten te versterken. Het is van kapitaal belang om een plaats van bezinning en gebed te hebben in de Franstalige wereld.”
Dit is het eerste gesprek met deelnemers aan het colloque. Woensdag deel 2.