Handler bracht Barbie, de pop met een opvallend smalle taille en flinke buste, in 1959 op de markt. Het werd een echte kaskraker. Al direct in het eerste jaar werden er 351.000 Barbies verkocht, à 3 dollar per stuk. Sindsdien gingen er meer dan een miljard over de toonbank in ongeveer 150 landen.

Ruth Handler, wier meisjesnaam Mosko luidde, was de jongste van tien kinderen van Poolse immigranten die zich in Denver hadden gevestigd. Op haar negentiende ging ze naar Hollywood voor een vakantie, een plaats waar ze uiteindelijk zou blijven plakken. Ze trouwde in 1938 met haar schoolvriendje Elliot Handler, een student industriële vormgeving.

Beiden openden een kleine winkel met zelfontworpen plastic schalen, spiegels en andere huishoudelijke artikelen. In de jaren ’40 kwam daar een bedrijf in fotolijstjes bij. Van restmateriaal werden meubeltjes voor poppenhuizen gemaakt en uit deze activiteit kwam Mattel voort.

Een samenwerking met Harold ”Matt” Mattson leidde in de jaren veertig tot de oprichting van de firma Mattel, een samenvoeging van ”Matt”en ”El” van Elliot. Elliot richtte zich aanvankelijk vooral op de productie van een pratende pop, terwijl Ruth haar persoonlijke ideeën over een nieuwe pop met zeer vrouwelijke lijnen steeds verder vorm gaf. De mannelijke bestuurders van Mattel voelde er toch weinig voor, en het duurde dan ook nog tot 1959 voordat Barbie werd gepresenteerd. De pop was genoemd naar Barbara, dochter van Ruth en Elliot.

Voor Barbie op de markt verscheen bestonden er vrijwel alleen babypoppen. Handler besloot een volwassener ogende pop te ontwerpen, omdat ze zag dat haar dochter graag met papieren aankleedpoppen speelde die tienermeisjes en carrièrevrouwen voorstelden.

„Mijn hele filosofie omtrent Barbie was dat het kleine meisje via de pop alles kon zijn wat ze maar wilde”, schreef Handler in haar in 1994 verschenen autobiografie. „Barbie heeft altijd het feit vertegenwoordigd dat een vrouw keuzes heeft.”

Door de jaren heen is Barbie onverminderd populair gebleven bij meisjes (en verzamelaars), die niet gevoelig bleken voor de kritiek dat de pop met haar supervrouwelijke figuur de rol van de vrouw als lustobject benadrukte. Handler bracht ook andere Barbie-poppen op de markt. Ken (1961, genoemd naar een in 1994 overleden zoon), Midge (1963), Skipper (1965) rolden vervolgens van de lopende banden van Mattel. De donkere vriendin van Barbie, Christie, was er in 1969. De eerste zwarte Barbie was er evenwel pas in 1981.

In de jaren ’70 werden de Handlers na interne problemen weggewerkt bij Mattel. Nadat een van haar borsten was afgezet wegens kanker ontwierp Ruth Handler haar eigen borstprothese, Nearly Me geheten, en richtte ze een bedrijf op dat de prothese op de markt bracht. Handler gaf ook lezingen over borstkanker, waarin ze steeds hamerde op het belang van (zelf)onderzoek om de ziekte tijdig te kunnen ontdekken. In 1991 verkocht ze het -succesvolle- bedrijf.