Het grote politieke nieuws kwam deze week overduidelijk uit de Eerste Kamer. Maar ook de Tweede Kamer werkte haar programma af. Daar kwam onder meer de inburgeringstoets voor aanstaande migranten aan de orde.In de toekomst zal het zo zijn dat mensen die zich hier willen vestigen, bijvoorbeeld in verband met een huwelijk, zich reeds in hun geboorteland moeten voorbereiden op onze samenleving. Op de Nederlandse ambassade moeten ze een inburgeringsexamen afleggen.

Pas als ze daarvoor geslaagd zijn en verder ook aan allerlei andere vereisten voldoen, kunnen de migratieplannen worden doorgezet. Op die manier wordt voorkomen dat mensen naar Nederland komen die geen woord Nederlands verstaan en geen flauw idee hebben hoe de maatschappij hier in elkaar zit.

De grote stroom huwelijksmigranten heeft de integratie van de hier wonende Turken, Marokkanen en andere allochtonen aanzienlijk vertraagd. Kinderen uit deze ’gemengde’ huwelijken spreken vaak geen Nederlands, omdat dat niet de omgangstaal in het gezin is.

De inburgeringstoets is een van de barrières die hiertegen opgeworpen worden. Eigenlijk had dat al veel eerder moeten gebeuren.

In het verleden legde de overheid vooral de nadruk op de wederzijdse aanpassing van allochtonen en autochtonen, in het kader van de multiculturele samenleving. Wie het Nederlands niet beheerste, kreeg een folder in de eigen taal. Die aanpak is nu grotendeels voorbij. Aanpassen of wegblijven, is het parool.

Dat is zeker een vooruitgang, maar toch ook niet in alle opzichten. Zo werden in de voorlichtingsfilm die minister Verdonk voor de inburgeringscursus heeft laten maken, beelden getoond van topless zonnende vrouwen op het strand en kussende homoparen die elkaar op het gemeentehuis het jawoord geven.

Zoiets levert problemen op in strengislamitische landen. Het bezit van dergelijke zedeloze beelden geldt daar als strafbaar. Vandaar dat ook een gekuiste versie wordt gemaakt. Dit tot verdriet van de woordvoerder van de PvdA. Die vond zulke dingen nu juist typisch Nederlands.

Dat maakt opnieuw duidelijk dat er niet alleen een kloof bestaat tussen wat tegenwoordig typisch Nederlands gevonden wordt en de moslimcultuur, maar ook met wat in de gereformeerde gezindte als normaal en zedelijk aanvaardbaar wordt beschouwd. Overigens is het zo dat ook in tal van niet-moslimlanden kussende homo’s en topless zonnende vrouwen als onfatsoenlijk gelden.

Vandaar dat wij niet zonder meer kunnen meegaan met de eis dat allochtonen die zich hier willen vestigen, zich moeten aanpassen aan de Nederlandse samenleving. Een aantal dingen kunnen ze maar beter niet overnemen. Daar willen wij immers ook afstand van houden.

Als iemand verklaart dat hij pal wil staan voor de Nederlandse waarden en de Nederlandse cultuur, is het altijd van belang te weten wat hij daar precies onder verstaat. Of hij nu Verdonk heet, of Balkenende, of Wilders. Want niet alles wat onder dat label gepropageerd wordt, is ook aanvaardbaar.