Binnenland

Jacob Overeem (1915-2005)

De bijnaam ”schrijvend hart van de Veluwe” droeg hij met ere. In zijn lange leven schreef Jacob Overeem bijna honderd boeken, bijna altijd over „het bevindelijke Veluwse land”: romans, levensbeschrijvingen, meditatiebundels, jeugdboeken, dichtbundels.

24 March 2005 12:09Gewijzigd op 14 November 2020 02:22

Het kerkelijke wereldje van de gereformeerde gezindte had de onverbloemde belangstelling van de hervormd-gereformeerde schrijver uit Voorthuizen. Zijn taalgebruik was archaïsch, doorspekt met de tale Kanaäns, bijbelcitaten en flarden uit de psalmberijming van 1773. Met positiefchristelijke lectuur wilde hij tegenwicht bieden aan moderne pulp. „Men vloekt maar aan op papier”, zei hij in een interview met deze krant in 1987. „Er gaan duizenden boeken door m’n handen, maar er zijn er maar weinig waarin ik blijf steken, die ik echt wil lezen. De geest van de moderne schrijvers valt zo bitter tegen. Ze denken allemaal vanuit de mens. Ik wil graag vanuit de Godsgedachte schrijven. Als de mens vanuit z’n eigen bedorven bestaan invloed uit wil oefenen, dan krijg je iets weerzinwekkends.”

Overeem begon al op jonge leeftijd met schrijven, aanvankelijk artikelen en gedichten voor het jongelingenblad ”De vaandrager”. Studeren zat er voor de boerenzoon echter niet in; toen hij twaalf was moest hij thuis helpen met het melken van koeien en het binden van rogge. Maar het bloed kroop waar het niet gaan kon. Zijn eerste boek, de novelle ”Mij is de wrake”, liet hij in 1936 zelf voor 15 gulden drukken in een oplage van 500 exemplaren. Het verhaal speelde zich af in de tijd van de hugenoten. Overeem noemde het later „achterhaald.”

Zijn eerste serieuze werk -”Het leven, een wonder”- verscheen in 1941. Daar was wel „iets merkwaardigs” aan voorafgegaan. In een interview met de het Nederlands Dagblad uit 1995 sprak Overeem daarover. In Rijnsburg maakte hij een jeugddienst mee in de hervormde kerk. „Prof. dr. A. H. de Hartog, een bijzonder bekend apologeet en een machtig redenaar, preekte daar. Hij sprak over de woorden uit Psalm 27:10. Door die lichtglanzende woorden van deze man kwam er licht in de duistere kluwen van mijn denken. Die kluwen sprong als het ware open. Vanaf dat moment kreeg ik het unieke vermogen om te schrijven.”

In de jaren daarna verschenen van Overeems hand tientallen boeken in uiteenlopende genres. Bekende titels zijn: ”De schaapherder van Lunteren” (over ds. H. Roelofsen), ”De man met de Geuzenkop” (over prof. dr. Hugo Visscher), ”Opdat Zijn huis vol worde” (over ds. G. Kuypers), ”Eros in Kristal” (over verloving en huwelijk). En, wat hijzelf beschouwde als hoogtepunt, de Adreko-trilogie, waarin zigeuners een belangrijke rol spelen. Overeem verklaarde in een gesprek met boekenliefhebber Martin Ros (afgedrukt in ”Jacob Overeem, het schrijvend hart van de Veluwe” uit 1986) dat hij, toen hij deze boeken schreef (1975-1978), „onder de zweep van een drijver als een dorsende os” lag. Hij voelde zich verwant met zigeuners vanwege zijn eigen zwerversnatuur.

Een aantal boeken -zoals ”Mea Culpa”- deed stof opwaaien omdat Overeem er werkelijk bestaande mensen in opvoerde en bekritiseerde.

Tot 1970 combineerde Overeem het schrijven met het boerenbedrijf. In dat jaar verhuurde hij zijn land aan een buurman, zodat hij zich volledig kon toeleggen op zijn liefhebberij. Over de kwaliteit van zijn werk bleef Overeem bescheiden. „Ik zou wel wat minder titels gemaakt willen hebben en wat meer literair niveau gehaald willen hebben”, beaamde Overeem in zijn gesprek met Martin Ros.

Intussen verzamelde Overeem een indrukwekkende hoeveelheid boeken om zich heen. Boerderij ”Flevohof” aan de Grote Bosweg in Voorthuizen groeide -letterlijk- uit de tot een boekenbunker met tienduizenden banden. Uit het hele land kwamen liefhebbers af op deze goudmijn. Niet te koop waren de meer dan honderd catechismusverklaringen die Overeem in een aparte kamer koesterde.

In 1975 organiseerde Overeem een eerste schrijversdag op zijn ”Flevohof”. Hij wilde een platform bieden waarop gediscussieerd kon worden over de plaats van de christelijke literatuur in de moderne tijd. Al spoedig werd echter uitgeweken naar een geschiktere accommodatie dan het boerenerf en werden de schrijversdagen gehouden in Barneveld of Amersfoort. In 1982 kwam uit dit ontmoetingsmoment de vereniging van protestants-christelijke auteurs ”Schrijvenderwijs” voort.

De laatste jaren woonde Overeem met zijn vrouw Pie in Voorthuizen, waar hij in betrekkelijke afzondering leefde. Zijn laatste boek verscheen in 2002 met als titel ”De vondelingen: het leven van plaggenhutbewoners omstreeks 1800”.

De betekenis van Overeem als schrijver ligt vooral in de authentieke manier waarop hij geestelijke zaken binnen het raamwerk van fictie aan de orde stelde en verwoordde. „Ik heb de bedoeling de lezers een zekere spanning te bezorgen, maar vooral hen te helpen in het houvast krijgen aan de eeuwige waarheden van God, in Christus Jezus, de Heere”, zei hij eens. Als Overeem één ding heeft duidelijk gemaakt, dan is het dat ook schrijven niet vrijblijvend is.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer