Herbegrafenis van as nazi-slachtoffers
Curatoren van het herdenkingscentrum in het voormalige nazi-concentratiekamp Sachsenhausen bij Berlijn zullen dinsdag de as herbegraven van tienduizenden mensen die in het kamp zijn omgekomen. De as werd ontdekt bij de aanleg van een nieuw museumgebouw in het voormalige kamp.
Archeologen troffen vorig jaar een anderhalve meter dikke aslaag aan onder de fundamenten van een betonnen gebouw dat de Oost-Duitse overheid als herdenkingscentrum in het kamp had neergezet. Het gebouw stond vlak bij de plek waar eens het crematorium van Sachsenhausen had gestaan. Volgens directeur Günter Morsch van het herdenkingscentrum is niet meer te achterhalen van wie de gecremeerde overblijfselen zijn, maar het gaat naar schatting om enkele tienduizenden mensen.
Tussen 1936 en 1945 zaten in Sachsenhausen, een kamp ten noorden van Berlijn, zo’n 200.000 mensen gevangen, onder wie politieke gevangenen, Poolse en Russische krijgsgevangenen en joden. Tienduizenden mensen vonden er de dood. Het kamp werd op 22 april 1945 door het Rode Leger bevrijd. Kort daarvoor hadden soldaten van de SS geprobeerd de sporen van hun activiteiten in het kamp te wissen door de as van de doden te begraven. De Sovjetsoldaten vonden in het kamp 3000 ernstig verzwakte gevangenen. De overige gevangenen werden gedwongen zich met de SS uit het kamp terug te trekken. Onder hen vielen tijdens kilometerslange marsen nog eens honderden doden.
De curatoren van het voormalige kamp gaan de gevonden as in 150 urnen storten, 30 kilo per urn, om die vervolgens weer te begraven. Op 17 april wordt het geheel vernieuwde herdenkingscentrum Sachsenhausen officieel geopend. De ceremonie wordt onder anderen bijgewoond door de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Joschka Fischer.
Oostenrijk staakt de vervolging van nazi-psychiater Heinrich Gross. De 89-jarige neuroloog, die medeverantwoordelijk wordt gehouden voor de dood van honderden zieke en gehandicapte kinderen, is dement en kan niet meer terechtstaan, aldus het ministerie van Justitie woensdag.
Gross werkte tijdens de Duitse bezetting van Oostenrijk in de kliniek Am Spiegelgrund in Wenen. Dat was een berucht centrum voor het nationaal-socialistische euthanasieprogramma.
Vlak na de oorlog zat Gross enige tijd in de gevangenis. In het begin van de jaren tachtig probeerde het openbaar ministerie meerdere keren tevergeefs Gross te vervolgen. Eind jaren negentig is hij voor het laatst aangeklaagd, nadat een voormalige patiënt van de Weense kliniek hem had herkend. Dit proces is nu definitief gestaakt.