VN-commissie bespreekt mensenrechtenschendingen Israël
De VN-commissie voor de mensenrechten heeft woensdag in Genève gesproken over de mensenrechtenschendingen door Israël in de bezette gebieden. Naar aanleiding van een rapport daarover laaide de discussie over de geloofwaardigheid van de commissie weer op.
Dinsdag werd de voorzet gegeven voor het agendapunt mensenrechtenschendingen in de Arabische bezette gebieden, inclusief Palestina, dat in zijn geheel aan Israël werd gewijd. De Zuid-Afrikaan John Dugard, die sinds 2001 bijzonder rapporteur is, gaf tijdens de middagsessie een samenvatting van zijn rapport over de mensenrechtensituatie in Israël. Woensdag kregen leden, waarnemers en non-gouvermentele organisaties de gelegenheid op het rapport te reageren.
Sinds de nieuwe Palestijnse leider Mahmud Abbas en de Israëlische premier Ariel Sharon elkaar ontmoetten in Sharm al-Sheikh op 8 februari, is het geweld in de bezette gebieden in Israël volgens bijzonder rapporteur John Dugard verminderd. Toch hebben de laatste ontwikkelingen er nog niet voor kunnen zorgen dat de voornaamste mensenrechtenschendingen daar worden aangepakt, zo gaf Dugard aan.
Volgens zijn rapport vormen de nederzettingen, de veiligheidsmuur, de controleposten, wegversperringen, het ingesloten Gaza en het gevangen houden van 7000 Palestijnen door Israël onoverkomelijke barrières voor de kans op langdurige vrede die nu is ontstaan.
Dugard gaf tijdens de presentatie van zijn rapport aan, dat de veiligheidsbarrière „een zichtbaar en duidelijk signaal van territoriale annexatie onder de dekmantel van veiligheid” is en dat „het geduld van de Palestijnen begint op te raken.” Hij waarschuwde daarom tijdens de presentatie van zijn rapport dat als Israël de blokkades voor vrede nu niet wegneemt, het land een kans misloopt die misschien nooit weer zal terugkomen.
Naar aanleiding van het agendapunt over de bezette gebieden in Israël kwam de discussie weer op over de geloofwaardigheid van de commissie voor de mensenrechten. De VN-commissie die de mensenrechten moet beschermen, krijgt de laatste maanden veel kritiek. Met name in de Verenigde Staten wordt dit orgaan afgedaan als een farce vanwege lidstaten die zelf in ernstige mate mensenrechtenschendingen plegen zoals Zimbabwe, Sudan en Libië, dat tevens voorzitter van de commissie is. VN-secretaris-generaal Kofi Annan presenteerde maandag al een hervormingsprogramma waarin hij aangaf dat de mensenrechtencommissie moet worden vervangen door een zogenaamde raad van de mensenrechten, die rechtstreeks wordt gekozen door de Algemene Vergadering.
Ook in de reacties op het rapport van Dugard refereerden verschillende sprekers aan de kritiek op de geloofwaardigheid van de commissie. Itzhak Levanon, de Israëlische ambassadeur voor de VN, wees op het problematisch karakter van het mandaat van de bijzonder rapporteur, dat uitsluitend autorisatie verstrekt voor het onderzoeken van de mensenrechtenschendingen door Israël en niet door de Palestijnen. Deze beperking zorgde ervoor dat de rapporteur tijdens de sessie met geen woord repte over de Palestijnse zelfmoordaanslagen. „Is het een wonder dat de geloofwaardigheid van de Commissie in twijfel wordt getrokken, als er een bijzonder rapporteur wordt aangesteld die wel de ene kant van het conflict tussen Israël en de Palestijnen onderzoekt, maar niet de andere?” aldus Levanon in reactie op de presentatie van Dugards rapport.
Andere VN-lidstaten die de gelegenheid kregen te reageren, waren onder andere Libië, Cuba, Rusland, China en Saudi-Arabië. Al deze landen waren het erover eens dat Israël langdurige vrede in de weg staat door de voortdurende bezetting van de Palestijnse gebieden. De Palestijnse waarnemer voor de VN, dr. Mohammad Abu-Koash, riep Israël en de Palestijnen op gezamenlijk „de muren van bezetting, haat en wraak neer te halen en een nieuwe en betere manier van leven te creëren.”
De Amerikaanse non-gouvernementele organisatie United Nations Watch gaf het belang aan van een evenwichtige benadering om de geloofwaardigheid van de VN-commissie voor de mensenrechten niet in het geding te brengen. De ngo wees erop dat het agendapunt bestond uit de bezetting in de Arabische gebieden en dat de commissie het daarom niet na mocht laten om over de Syrische bezetting in Libanon te spreken.
Ook de Amerikaanse delegatie, onder leiding van Rudy Boschwitz, wees erop dat de commissie in een evenwichtige benadering van het onderwerp ook andere conflicten in het Midden-Oosten onder de loep zou moeten nemen. Hij benadrukte dan ook dat het van essentieel belang was om de situatie in Libanon niet uit het oog te verliezen.