Buitenland

Meer begrip krijgen voor elkaar

Burgemeester Deetman van Den Haag heeft donderdag in de Surinaamse hoofdstad Paramaribo een intentieverklaring getekend waarin is vastgelegd dat er in de nabije toekomst met de voormalige kolonie nauw samengewerkt zal worden op het gebied van onder meer onderwijs en cultuur. Volgens Deetman is de ophanden zijnde samenwerking een logisch gevolg van het feit dat 10 procent van de Haagse bevolking van Surinaamse origine is.

Van onze correspondent
9 November 2001 22:37Gewijzigd op 13 November 2020 23:16
Burgemeester Deetman (m) drinkt samen met wethouder Pierre Heijnen van Den Haag uit een vers opengekapte kokosnoot in Nieuw-Nickerie, in het westen van Suriname. - Foto A. Snijders
Burgemeester Deetman (m) drinkt samen met wethouder Pierre Heijnen van Den Haag uit een vers opengekapte kokosnoot in Nieuw-Nickerie, in het westen van Suriname. - Foto A. Snijders

Deetman keek met wethouder Pierre Heijnen van Onderwijs, Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Welzijn een week lang in Suriname rond. „We zijn hier niet met een zak geld naartoe gegaan. Daar is minister Herfkens voor. Wat wij nastreven is een samenwerking op basis van gelijkwaardigheid. Te denken valt bijvoorbeeld aan uitwisselingsprogramma’s.”

De samenwerkingsovereenkomst, die voor de zomer van 2002 moet zijn getekend, moet er vooral toe leiden dat instellingen in Suriname en Den Haag met elkaar contacten onderhouden en elkaar steunen waar dat mogelijk is. Desondanks ontkwam de Haagse delegatie er niet aan om met name vanuit de Surinaamse onderwijshoek te worden overladen met verzoeken om materiële hulp. Lesmateriaal is sterk verouderd, er is een gebrek aan meubilair en de bijscholing van docenten laat te wensen over. Deetman zegde toe in Den Haag te zullen kijken of, ook weer vanuit onderwijsinstellingen, de helpende hand kan worden geboden.

Begrip
De samenwerkingsovereenkomst die als gevolg van het bezoek ontstaat moet er volgens Deetman toe bijdragen dat onder de Hagenaars wat meer begrip ontstaat voor het Surinaamse deel van de bevolking. „We willen dat de 90 procent niet-Surinaamse Hagenaars zich een beetje Surinamer gaan voelen. Al is het maar voor 10 procent.”

Het bezoek van de Hagenaren was het resultaat van de relatie die Deetman onderhield met parlementsvoorzitter Jagernath Lachmon, die drie weken geleden, ironisch genoeg in Den Haag, overleed. „Het was een heel bijzondere man. Ik denk dat Surinamers niet beseffen welke betekenis Lachmon heeft gehad, want ook in de tijd van de militaire dictatuur stond voor hem de deur bij de Nederlandse premier en de Koningin altijd open”, zegt Deetman.

Een van de hoogtepunten van de reis was een bezoek aan het rijstdistrict Nickerie, 230 kilometer ten westen van Paramaribo, waar vooral Hindoestanen wonen. „Het merendeel van de Haagse Surinamers is ook van Hindoestaanse afkomst, dus het was bijzonder om daar te zijn.” Daarnaast voerde de delegatie overleg met leden van de Nationale Assemblee, het Surinaamse parlement, tal van ministers en president Ronald Venetiaan.

Eerder deze week woonde Deetman de officiële start van het eerste studiejaar voor bedrijfseconomie bij, het resultaat van een samenwerking tussen de Surinaamse Anton de Kom Universiteit en de Ichthus Hogeschool, die vestigingen in Den Haag en Rotterdam heeft.

Waarschuwing
De opleiding die het Ichthus College biedt, en die valt onder het door de universiteit opgezette Institute for Development Planning en Management (IDPM), is gestoeld op de opleiding die in Nederland gegeven wordt. Van de lesstof komt 70 procent overeen met die van Nederland, de overige 30 procent is meer toegespitst op de situatie in Suriname en de regio. In de nabije toekomst hoopt de Ichthus Hogeschool ook andere opleidingen in Suriname te kunnen verzorgen, waaronder accountancy en bedrijfskundige informatica.

Deetman juicht het initiatief toe, maar stak tegelijkertijd een waarschuwend vingertje op. „Zolang het projecten betreft waarbij sprake is van een complete uitwisseling van informatie en kennis is het prima. Maar men moet oppassen voor een te eenzijdige samenwerking, waarbij Nederlandse onderwijsinstellingen in Suriname hun wil opleggen of studenten opleiden die uiteindelijk in Nederland hun heil zoeken. Dat zou kunnen worden uitgelegd als een nieuwe vorm van kolonialisme”, noemde de burgervader die dreiging.

Onderwijswethouder Heijnen toonde zich uitermate gecharmeerd van Suriname. Hij had er al rekening mee gehouden dat het onderwijs daar in een wat minder riante situatie verkeert dan hij in Den Haag gewend is. „Het is niet volgens de Nederlandse en internationale standaarden. Maar wat mij is opgevallen, is dat het onderwijzend personeel ondanks alles ontzettend gemotiveerd en betrokken is en zich inzet om de kinderen op te vangen. Wij zullen als gemeente alles in het werk stellen zodat er banden ontstaan tussen scholen in Den Haag en Suriname, om ervoor te zorgen dat het Surinaamse onderwijs zich meer kan meten met wat internationaal normaal is.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer