De uitspraak van woensdag is conform de eis van het openbaar ministerie. De rechtbank vindt dat niet bewezen kan worden dat Van T. daadwerkelijk een poging heeft ondernomen om de moskee in brand te steken. Wel is er sprake van het treffen van voorbereidingshandelingen. De rechtbank rekent het hem zwaar aan dat hij een negatieve bijdrage wilde leveren aan de gevoelens van angst en onrust die vorig jaar november ontstonden na de moord op filmmaker Theo van Gogh en de arrestatie van een aantal moslimterroristen in het Haagse Laakkwartier.

De zaak tegen de hoofdverdachte, de 20-jarige Peter G. uit Tienray, is aangehouden tot 25 april. Zijn advocate had eerder niet het volledige dossier ontvangen en vervolgens brak zij verleden week tijdens haar vakantie haar voet, zodat de inhoudelijke behandeling voor de tweede keer is uitgesteld.