Binnenland

Zomertijd levert tientje op

Aanstaande zondag is het weer zo ver. Om 02.00 uur ’s nachts begint de zomertijd; de klok gaat een uur vooruit, waardoor iedereen de komende maanden langer kan profiteren van het zonlicht. Sommige mensen vinden dat extra daglicht heerlijk, anderen klagen dat hun hele ritme door het verschuiven van de tijd ontregeld raakt.

ANP
24 March 2005 10:18Gewijzigd op 14 November 2020 02:22

Energie- en geldbesparing waren de voornaamste redenen voor de overheid om de zomer- en de wintertijd in 1977 in te voeren. De oliecrisis zorgde voor een flinke recessie en er moest bespaard worden waar dat maar kon. Ook tussen 1916 en 1945 waren vooral de financiën een belangrijke reden om de klok in de zomermaanden een uur vooruit te zetten.

Door de zomertijd is het in de ochtend een uur langer donker, maar in de avond een uurtje langer licht. Lampen gaan daardoor later aan, waardoor energie en dus geld bespaard wordt. Volgens EnergieNed, de brancheorganisatie voor energiebedrijven, bespaart Nederland 350 miljoen kilowattuur aan elektriciteit dankzij de zomertijd. Dat is 0,3 procent van het totale Nederlandse elektriciteitsverbruik. In totaal komt dat voordeel jaarlijks hooguit uit op 60 miljoen euro, aldus EnergieNed.

Een woordvoerder van EnergieNed weet wat de zomertijd een gemiddeld huishouden ongeveer oplevert. „Als je gedurende dat uur vier à vijf lampen uitlaat, scheelt dat 50 kilowattuur per huishouden. Jaarlijks geef je dan circa tien euro minder uit aan energie.”

R. van Gent, sterrenkundige aan de Universiteit van Utrecht heeft zich verdiept in het fenomeen tijd en dus ook in de zomer- en wintertijd. „In het begin werden de plannen voor de invoering weggehoond. Maar toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, lag het plan in Duitsland vrij snel weer op tafel. Ook in Engeland, Frankrijk en Nederland volgde de zomertijd toen de oorlog eenmaal was uitgebroken”, licht hij de invoering toe.

Na de Tweede Wereldoorlog werd het systeem van zomer- en wintertijd in veel landen afgeschaft. „Het kan zijn dat mensen de maatregelen associeerden met de Duitse bezetter en er daarom van af wilden”, stelt Van Gent.

De nazi’s hadden in hun rijk behoefte aan een continentale tijd. In Nederland werd in de jaren veertig nog gewerkt met de Amsterdamse tijd; twintig minuten later dan in Groot-Brittannië, veertig minuten vroeger dan in Duitsland. De Duitsers vonden dit maar lastig en stelden op 16 mei 1940, tegelijk met de zomertijd, de klokken overal gelijk, waardoor de klokken in Nederland plotsklaps een uur en veertig minuten vooruit moesten. Die zomertijd bleef voor het gemak ook ingevoerd in de winter van 1941 en 1942. Pas in november van dat jaar moesten de Nederlanders hun klokken weer een uur terugzetten.

D. Beersma, bioloog met een specialisatie in tijd en werkzaam bij de Rijksuniversiteit Groningen, denkt dat mensen die moeite hebben met het tijdsverschil, dat in de oorlog helemaal goed gemerkt hebben. „Hoe groter de sprong in tijd, hoe meer last je daarvan hebt”, legt hij uit. „Je bioritme regelt van alles in je lichaam. Als we dan plotseling besluiten dat we een uur eerder of later uit bed gaan, heeft je lichaam moeite met opstaan. De biologische klok moet het licht-donkerritme van het daglicht waar je aan gewend was, aanpassen aan de nieuwe situatie.”

Beersma denkt dat de meeste mensen die omschakeling binnen een paar uur kunnen maken. „Maar het is net als bij een jetlag; sommige mensen hebben daar dagen last van.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer