De rechtbank in Rotterdam zette woensdag de strafzaak tegen Samir A. voort. Het OM acht bewezen dat de 18-jarige Marokkaanse Nederlander aanslagen op onder meer de Tweede Kamer in Den Haag, de kerncentrale in Borssele, Schiphol en het gebouw van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) in Leidschendam heeft voorbereid. Bovendien was hij volgens het OM betrokken bij een gewelddadige roofoverval op een Edah-supermarkt in Rotterdam. Het doel? Geld werven voor de heilige oorlog, de jihad.

Wie denkt dat het bij Samir A. allemaal zo’n vaart niet loopt, zit er volgens officier van justitie R. Lambrichts flink naast. „Uit onderzoek blijkt dat Samir A. een intelligente man is die goed weet wat hij doet. Hij is onverschrokken en vertoont bepaald geen ziekelijk beeld. Hij stelt zijn leven bewust in dienst van de gewelddadige islam.”

Samir A., aanvankelijk een succesvolle leerling op het vwo, ontwikkelt die radicale houding vanaf 2002, aldus Lambrichts. De jongen, op dat moment 15 jaar, gaat van school af, kleedt zich als een traditionele moslim, trouwt naar goed islamitisch gebruik als hij 17 is en wordt snel daarna vader. De Arabische naam die zijn kind krijgt, betekent ”zwaard van de islam”.

Tijdens huiszoekingen bij Samir A. treft de politie allerhande verdachte zaken aan: plattegronden van overheidsgebouwen met aantekeningen over de bewaking, materialen voor het maken van een bom en een veelheid aan radicaal islamitisch materiaal waarin moslims worden opgeroepen de strijd aan te binden met ongelovigen. Lambrichts: „Samir A. leek werkelijk alles over dit onderwerp bij te houden. Hij bekeek ook video’s over onthoofdingen door radicale moslims.”

Op bepaalde documenten trof de politie de aanduiding ”silaa7” aan. Tijdens een vorige zitting, op 24 februari, kon niemand daar een verklaring voor geven. Uit gesprekken met een Arabische tolk is duidelijk geworden dat ”silaa7” staat voor ”mijn wapen”, aldus Lambrichts.

Achterliggende weken zijn ook videobeelden nader bestudeerd. Daarop is een man te zien die zich ophoudt voor de deur van het AIVD-gebouw in Leidschendam. Onderzoek van onder meer het volg- en registratieteam, toont aan, aldus Lambrichts, dat het om Samir A. gaat.

Lambrichts noemde woensdag verschillende zaken die op zichzelf bezien niet belastend zijn, maar dat in het algehele beeld van Samir A. wel zijn. „Verdachte had bijvoorbeeld een lijst met alle Boerenbond- en Welkoop-winkels. Waarom? Daar kun je kunstmestkorrels kopen, en die had hij nodig voor het maken van explosieven.”

Dat de roofoverval op 8 april vorig jaar, gepleegd door bekenden van Samir A., op een Edah-filiaal in Rotterdam plaatsvond, was volgens de officier van justitie geen toeval. „Samir A. werkte daar en wist als een van de weinigen dat er die avond 30.000 euro in de winkel aanwezig was.”

De officier van justitie ging uitgebreid in op de contacten van Samir A. met andere radicale moslims, zoals Jason W. „Hij heeft Samir met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid via internet geronseld”, aldus Lambrichts. Hij houdt het erop dat Samir A. lid is van de Hofstadgroep. Onderzoek naar deze vermeende terreurorganisatie gaat nog lang duren. Daarom wordt Samir A. hiervoor nog niet vervolgd.

Dat Samir A. tot nu toe zwijgt in alle talen, neemt de officier van justitie hem hoogst kwalijk. „Samir zette vrij snel zijn hakken diep in het zand. Hij wilde nergens aan meewerken. Dat is niet automatisch in zijn voordeel.”

De officier eiste zeven jaar cel. Bovendien moet Samir A. als het aan hem ligt voor twaalf jaar zijn actieve en passieve kiesrecht inleveren, omdat de verdachte erop uit was de Nederlandse rechtsstaat te ontwrichten en angst en tweedracht te zaaien in de samenleving. „Personen met dergelijke sinistere voornemens willen zichzelf boven of buiten onze rechtsorde plaatsen”, aldus Lambrichts. Hij wil met deze strafmaatregel voorkomen dat Samir A. „een icoon” van een eventuele radicale, politieke islamstroming in Nederland gaat worden.