Advies: actie tegen meisjesbesnijdenis
Om meisjesbesnijdenis en andere vormen van mishandeling en seksueel misbruik te signaleren, moet de jeugdgezondheidszorg kinderen tot 13 jaar geregeld lichamelijk onderzoeken.
Verder moeten medische hulpverleners ertoe verplicht worden alle vormen van kindermishandeling en -verminking door te geven aan de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling. Dat staat in een rapport dat de Commissie Bestrijding Vrouwelijke Genitale Verminking vanmorgen heeft overhandigd aan minister Hoogervorst van Volksgezondheid.
In Nederland worden jaarlijks minimaal vijftig meisjes besneden, zo staat in het rapport.
De Tweede Kamer zou het liefst zien dat er regelmatig controle zou plaatsvinden bij meisjes die komen uit landen waar vrouwenbesnijdenis voorkomt. Dat is volgens de commissie, die onder leiding stond van de voorzitter van de Raad voor Volksgezondheid en Zorg prof. F. B. M. Sanders, niet wenselijk en niet haalbaar.
Omdat bij schoolkinderen mishandeling en seksueel misbruik onvoldoende worden opgemerkt, stelt de commissie voor om op 6-, 9- en 13-jarige leeftijd „gedegen lichamelijk onderzoek” uit te voeren. Onderzoekers moeten daarbij speciaal letten op de geslachtsdelen. De onderzoeken kunnen aansluiten bij de bestaande onderzoeken van basisschoolleerlingen. De controles zijn overigens niet verplicht.
Verder stelt Sanders voor om de mogelijkheden voor vervolging te vergroten. Meisjesbesnijdenis is in Nederland strafbaar, maar er is nog nooit iemand om veroordeeld.
De artsenorganisatie KNMG vindt dat de commissie te veel nadruk legt op het strafrechtelijke aspect. Door een wettelijke meldplicht zullen risicogezinnen minder gemakkelijk naar de dokter gaan.