Cultuur & boeken

Schrijven als religieus proces

Marie van Beijnum
23 March 2005 08:23Gewijzigd op 14 November 2020 02:21

Mede Titel: ”Zonder mij”
Auteur: Philippe Claudel
Uitgeverij: De Bezige Bij, Amsterdam, 2005
ISBN 90 234 1713 5
Pagina’s: 109
Prijs: € 14,90. Aanvankelijk had Philippe Claudel met ”Zonder mij” een „vrolijk boek” voor zijn dochtertje Cléophée willen schrijven. „Maar het verhaal dreef me in een heel andere richting. De verteller is in mij gekropen”, vertelt Claudel tijdens een bezoek aan Amsterdam. Daardoor werd ”Zonder mij” een indringende roman van een mens in de rauwe werkelijkheid van het dagelijks bestaan.

Philippe Claudel (1962) verwierf veel succes met zijn in 2003 verschenen ”Grijze zielen”. ”Zonder mij” kwam al in 2000 in Frankrijk uit en is nu in het Nederlands vertaald. Het boek gaat over een man die zijn vrouw heeft verloren. Hij is achtergebleven met hun baby. Het kindje lijkt precies op de verongelukte moeder. De man haat de hele wereld, zijn werk en zichzelf, behalve zijn kind, dat hij elke dag node prijsgeeft aan een aan skaten verslingerde oppas, die veelvuldig het jargon van ”vet” en ”cool” bezigt.

De man werkt in een ziekenhuis op een afdeling die moet proberen familieleden van overleden mensen ertoe over te halen mee te werken aan orgaandonatie. Zelf noemt hij zijn werk dat van een hyena: hij aast op een prooi en slaat toe als de nabestaande het zwakst is, zodat er een handtekening kan worden gezet onder het toestemmingsformulier.

Geloof
De roman speelt zich af binnen een tijdsspanne van een paar uur. De hoofdpersoon verkeert in een soort doodsdrift. Hij wil niet langer leven, omdat hij zijn geliefde kwijt is. Door de blik in de ogen van de vrouw tegenover hem (hij en zijn collega moeten haar zien over te halen de organen van haar verongelukte dochter af te staan) komt er ten slotte een wending. De man vindt dat hij zijn kind niet kan overlaten aan de hyena’s van de wereld - hij moet het opvoeden en volwassen zien worden. „Jij moet leven en ik ook. (…) Later moet je huilen om mijn dood (…). En niet eerder.”

In ”Zonder mij” gaat de hoofdpersoon ten onder aan verdriet. Is dat niet egocentrisch? Claudel: „Mensen die zelfmoord plegen, denken niet aan anderen. Die denken aan zichzelf. Het is moeilijk de wanhoop van zulke mensen voor te stellen en te begrijpen, zeker als je eigen leven prima is. Ze staan al buiten het leven.”

Claudel verbaast zich over het succes van zijn boeken. „Het houdt niet op. Vertalingen verschijnen aan de lopende band, tot in het Chinees en Japans toe.”

De Franse auteur woont in een klein dorp in de Lorraine, in de buurt van Nancy, waar hij een normale jeugd genoot. Godsdienst speelde een grote rol in zijn jonge leven. Hij was misdienaar. „Maar op mijn veertiende, vijftiende jaar heeft het geloof me alleen gelaten”, stelt hij vast - bewust gebruikt hij deze formulering omdat het niet zo is dat hijzelf het geloof vaarwel zei. „Dat is mede gekomen door alles wat ik heb gezien en door wat zich in de voorbije eeuw voltrok. Genocides, oorlogen en menselijk leed leidden ertoe dat het geloof me in de steek liet. De normen en waarden van het christelijk geloof, zoals compassie en naastenliefde, vind ik echter nog steeds erg belangrijk.”

Gewonde man
Ruim elf jaar gaf Philippe Claudel, gepromoveerd in de literatuurwetenschap en de Franse taal, les in de gevangenis. Werkend tussen de criminelen werd hij van nabij met het kwaad geconfronteerd. Hij kwam er mensen tegen die hun eigen kleintje hadden vermoord. „Ik had voor mezelf een gedragscode ontwikkeld. Ik ben de gevangenen blanco gaan benaderen, vrij van vooroordelen. Dat was de beste manier om hen te begrijpen. Toen ik met lesgeven gestopt was, ging het even niet goed met me. Als een vorm van therapie heb ik toen ”Le bruit des trousseaux” (2002) geschreven. Het enige boek waarin ik naar mijn eigen verleden verwijs.”

In eerste instantie had Claudel met ”Zonder mij” een „vrolijk boek” voor zijn dochtertje van zeven, Cléophée, willen schrijven. „Maar het verhaal dreef me in een heel andere richting. De verteller is in mij gekropen, een gewonde man. Zelf zie ik de wereld niet zoals de hoofdpersoon dat doet in ”Zonder mij”. De verteller is gewond. Als je, net als ik, goed in je vel zit, kun je wel tegen die wereld. Ben je kwetsbaarder, dan kun je eraan onderdoorgaan. Je moet sterk zijn om in deze wereld het gevecht aan te kunnen.”

Een voorbeeld. In het begin van het boek gaat de hoofdpersoon terug naar een voorval van een paar dagen geleden. Hij stapte de metro in en stond opeens voor een affiche van 3 bij 4 meter met een grote mannenslip met de slogan ”Bigard pakt uit”. „Een groteske, vulgaire uitleg, een soort pornografie van domheid die me wordt opgedrongen en waarin ik met miljoenen anderen in weg dien te zinken.”

Claudel: „Een verschrikkelijke poster. Als ik zwakker zou zijn geweest, zou ik me nog meer aangevallen voelen door deze poster, en dat heeft me aan het denken gezet.”

In zijn boeken zoomt Claudel voortdurend in op de ontaarding van het menselijk bedrijf. Details pelt hij genadeloos af. „Als een boek eenmaal af is, ontdek ik eigenlijk pas wat is er gebeurd. Toen ik ”Zonder mij” afhad en het ging herlezen, schrok ik er eigenlijk van. Ik zie ”Zonder mij” als een gewelddadig portret van de maatschappij, als een soort spiegel. En dat is, denk ik, de taak van de literatuur. Als schrijver moet je dingen laten zien die de mensen gewoonweg niet zien, al is dat pijnlijk en confronterend.”

Voor Claudel is schrijven een religieus proces. Hij noemt daarbij het werkwoord ”religerer”: mensen samenbinden, of ”relier”: met elkaar verbinden. „Schrijven is mijn manier om met anderen te zijn, het is voor mij een menselijke daad.”

Orgaandonatie
In ”Zonder mij” gaat het over orgaandonatie, een hoogst actueel onderwerp in Nederland. In Frankrijk is het regel dat organen worden afgestaan, tenzij de familie bezwaren koestert. Iedereen is donor.

Het verbaast de schrijver dat Nederland, dat de reputatie heeft progressief te zijn, orgaandonatie niet verplicht wil stellen. „Er heerst een groot tekort aan organen. De wetgever moet donatie stimuleren. Gebeurt dat niet, dan kan dat illegale handel in organen in de hand werken.

Orgaandonatie is beslist een lastig en delicaat onderwerp. In Frankrijk is het regel dat als iemand overlijdt geen toestemming behoeft te worden gevraagd aan nabestaanden. In de praktijk gebeurt dat wel. Als de familie tegen is wordt haar wens gerespecteerd, zelfs als de wet orgaandonatie toestaat.”

Claudel gebruikt in ”Zonder mij” orgaandonatie als een metafoor voor de verhouding tussen de hoofdpersoon en de vrouw. Hij legt de wisselwerking tussen leven en dood bloot. „Toen dit boek in Frankrijk verscheen, werd ik uitgenodigd om lezingen te geven over orgaandonatie. Dat heb ik geweigerd. Ik ben geen specialist en dit onderwerp is toevallig gekozen.”

De weg van orgaandonatie en -transplantatie is bezaaid met voetangels en klemmen, aldus Claudel. „Transplantatie kan bijvoorbeeld het leven van criminelen verlengen. Het creëert enorme ethische problemen en dilemma’s. Wat gebeurt er als ik sterf en mijn hart wordt ingeplant in het lichaam van iemand die later een moordenaar wordt? Ik heb het over orgaandonatie gehad met studenten. Stel dat alles mogelijk zou zijn, wat zou je het makkelijkst accepteren? Als mogelijke antwoorden kreeg ik: hart, longen, nieren, armen en benen. Maar waarom niet de hersenen? vroeg ik.”

De wetenschap gaat te snel voor de mens, verzucht hij. „Nieuwe technologieën brengen problemen met zich mee die we niet kunnen overzien. Waar moet je de maatstaf vinden? Ik vind dat een literaire roman moet stemmen tot nadenken over dit soort grote thema’s. Het kan zijn dat je er op een andere manier tegenaan gaat kijken of dat het verhaal een bijdrage kan leveren aan een debat.”

Afstomping
”Zonder mij” verscheen begin 2000. „Ik dacht dat het boek snel ingehaald zou worden door de tijd, maar dat bleek niet het geval. Wat er in dat boek wordt gezegd, geldt nog steeds, met name over het leven in een grote stad.

Weet je dat alle grote steden ter wereld steeds meer op elkaar gaan lijken? De straten in Amsterdam zijn hetzelfde als die in Singapore. Overal heb je dezelfde huizen, dezelfde winkels, ja zelfs dezelfde menselijke houdingen en trekken en dezelfde eenzaamheid. Er heeft een globalisering van de zielen en van de eenzaamheid plaats.”

Claudel ziet met angst en beven hoe mensen almaar dommer worden. „Het geestelijk niveau wordt steeds lager. Als je ziet waar men op tv naar kijkt, zijn dat grotendeels programma’s die je hersenen bot maken. Het grootste gevaar van de mensheid is niet van nucleaire aard, maar zit in de mens zelf. Het is de afstomping van de mens.”

Een boekenweek kent Frankrijk niet. Claudel verwijst naar het voorjaar, waarin poëzie een paar dagen centraal staat. „Wat de poëzie betreft is er sprake van een catastrofe in mijn land. Onze dichters beleven zware tijden.”

Ook schrijver zijn is moeilijk in Frankrijk, stelt Claudel. „Ik merk dat er ook op het gebied van de literatuur een mondialisering plaatsheeft. Waar je ook komt, leest men de Da Vinci Code of Harry Potter.”

Claudel vindt zichzelf niet behoren tot de Franse traditionele literaire stroming van geëngageerd schrijverschap zoals Camus en Sartre dat beoefenden. „Dat waren mensen die schreven om wat te zeggen. Ik ben allesbehalve een intellectueel. Ik ben meer een ’vanger’: ik registreer en voel de dingen en leg het resultaat daarvan vast in woorden. Een roman gebruikt míj voor een boodschap - het is niet zo dat ik de roman gebruik om iets mee te delen. Nee, ik ben een arbeider in dienst van de roman. Mijn boeken gaan dan ook veel verder dan mijzelf.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer