Vluchtelingenbeleid Uganda op de tocht
Het parlement van Uganda buigt zich momenteel over een nieuwe vluchtelingenwet. Met 230.000 vluchtelingen telt het Afrikaanse land momenteel een van de grootste vluchtelingenpopulaties in Afrika. Uganda staat al veertig jaar model voor een goed vluchtelingenbeleid, maar de vraag rijst of dat vol te houden is voor een land dat worstelt met armoede.
Vluchtelingen uit buurlanden zoals Congo, Sudan, Rwanda, Kenia, Somalië, Burundi en Ethiopië konden het slechter treffen dan in Uganda. Als ze een opleiding hebben, zoals artsen of leraren, krijgen ze een werkvergunning. Anderen mogen tijdelijk werk aannemen, bijvoorbeeld in de bouw. Ze hoeven niet in tentenkampen te leven, maar krijgen een stuk land van zo’n 3 are in gebieden die de Ugandese Landcommissie daar in de jaren zestig voor bestemde.
De grond wordt toegekend door een vluchtelingencomité dat samenwerkt met het Hoge Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR). De vluchtelingen mogen op hun land een huis zetten en er voedsel verbouwen. Net als Ugandezen mogen ze deelnemen aan gemeenschapsprogramma’s voor opleiding, gezondheid, landbouw en het milieu.
Het vluchtelingenbeleid van Uganda is „een van de beste van Afrika”, zegt Roberta Russo, die vanuit de Ugandese hoofdstad Kampala voor de UNHCR werkt. „De overheid klaagt er niet over. En repatriëring is echt vrijwillig.”
Maar nu steeds meer vluchtelingen zijn ingegaan op het aanbod van de overheid voor een eigen stukje land, nemen de spanningen tussen hen en landloze Ugandezen toe. Deze mensen leven zij aan zij met de vluchtelingen en vinden dat die het best met 1 in plaats van 3 are kunnen doen.
Ugandezen moeten gevoeliger worden voor de problematiek „omdat we de mensenrechten van de vluchtelingen niet willen schenden”, zegt de Ugandese minister van Vluchtelingenzaken en Rampenpreventie, Christine Aporu.
Eigenlijk zijn de lapjes grond nu al te klein en is de grond te zeer uitgeput om de groeiende families te onderhouden. Dat meldt een recent rapport van het Refugee Law Project, een organisatie die ijvert voor de rechten van vluchtelingen. Het rapport ”We are all stranded here together” (”We zijn hier allemaal gestrand”) concludeert op grond van veldonderzoek in de noordelijke districten Arua en Moyo dat de vluchtelingen nog steeds sterk afhankelijk zijn van voedselhulp.
Aporu zegt echter dat het erg moeilijk is om „voortdurend voedselpakketten uit te delen.” De nieuwe wet waarover Uganda de komende maanden moet beslissen, gaat over manieren om de voedselproductie op het land van de vluchtelingen te verhogen en over manieren om aan voedsel te komen voor de kinderen in de nederzettingen.
Overigens betekenen de problemen voorlopig niet dat de vluchtelingen Uganda mijden. Aporu merkt op dat sommige vluchtelingen vanwege de voordelen in Uganda niet terug willen naar hun eigen land, zelfs als dat mogelijk zou zijn. Maar dat is geen algemene regel. Volgens de minister keren momenteel 24.000 Rwandezen vrijwillig naar hun vaderland terug.