Ze zetten daar hun strategie uiteen voor de verdere besprekingen over een vrijere wereldhandel. De oproep tot beëindiging van de exportsubsidies was in het bijzonder gericht aan de Europese Unie. Vorig jaar beloofde de EU een einde te maken aan deze vorm van ondersteuning, maar wanneer dat gaat gebeuren, is onduidelijk. De 21 landen (verenigd in de zogeheten G-20) willen ook dat er een einde komt aan andere vormen van landbouwsteun.

De bijeenkomst in New Delhi vormde voor ontwikkelingslanden de opmaat naar een handelsconferentie eind dit jaar in Hongkong. De handelsbesprekingen, beter bekend als de Doha-ronde, moeten vooral de positie van arme landen verbeteren. De G-20 zijn goed voor 65 procent van de wereldbevolking en ruim 70 procent van alle boeren.

De G-20 deden twee jaar geleden van zich spreken tijdens een ministersconferentie van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in het Mexicaanse Cancun. Dit overleg liep uit op een mislukking. Op de conferentie in Cancun vormde de westerse landbouwsteun het grote breekpunt. Het Westen op zijn beurt drong aan op meer markttoegang in ontwikkelingslanden. Vorig jaar werden de WTO-landen het eens over een raamwerk dat de basis moet vormen voor verdere onderhandelingen.

In de handelsbesprekingen lopen de meningsverschillen overigens niet alleen langs noord-zuidlijnen. Ook arme landen onderling moeten het eens zien te worden. Sommige ontwikkelingslanden schermen hun markt af voor bewerkte producten, zodat ze die zelf kunnen maken en mensen op die manier aan werk kunnen helpen.

De hulporganisatie Oxfam (waar het Nederlandse Novib deel van uitmaakt) denkt dat de bijeenkomst in New Delhi de kans vergroot op een akkoord waar de arme landen beter van worden. Een woordvoerster wees er op dat de 21 landen duidelijk eenheid aan de dag hebben gelegd. Ze zei dat de ontwikkelde landen nu concessies zullen moeten doen, anders gaat het in Hongkong ook mis.