Betogingen tegen invasie Irak in Europese steden
In vele Europese steden zijn zaterdag, twee jaar na de Amerikaans–Britse invasie in Irak, betogingen gehouden tegen de aanval en de daaropvolgende bezetting. Verreweg de grootste demontratie werd gehouden in Londen, waar volgens de politie ongeveer 45.000 betogers een protestmars hielden van Hyde Park naar Trafalgar Square. Volgens de organisatie van de mars waren er bijna 100.000 mensen op de been.
Toen de betogers langs de zwaar beveiligde Amerikaanse ambassade liepen, legden twee voormalige Britse soldaten een kartonnen lijkkist met het opschrift `100.000 doden’ voor de ambassade.
Ook in andere Europese hoofdsteden als Rome, Madrid, Oslo en Stockholm werden betogingen gehouden. In Spanje waren in zeker acht andere steden betogingen georganiseerd, onder andere in Barcelona en San Sebastian.
In Athene legden ongeveer drieduizend vakbondsleden, vredesactivisten en studenten het verkeer in het centrum drie uur lang lam met een protestmars naar de Amerikaanse ambassade. In Istanbul hielden naar schatting 15.000 mensen een protestmars, waarbij spandoeken met tegen de Amerikaanse president George Bush gerichte leuzen werden meegevoerd. Twee demonstranten, verkleed als Amerikaanse soldaten, deden alsof ze een derde man, verkleed als een Iraakse gevangene met een zak over zijn hoofd, mishandelden.
Ook in Polen, dat met 1.700 militairen deelneemt aan de internationale bezettingsmacht, werden demonstraties gehouden. In de hoofdstad Warschau hielden vijfhonderd demonstranten een protesmars naar de Amerikaanse ambassade, en ook in de industriestad Katowice werd een demonstratie gehouden.