De bewindsman van Buitenlandse Zaken heeft dat gezegd in een interview dat nog moet verschijnen in het blad ”Wordt vervolgd” van Amnesty International, maar waaruit deze week al uitgebreid is geciteerd in de landelijke kranten. Volgens Van Aartsen is hijzelf, net als de andere VVD-ministers, premier Kok gevolgd toen die aftrad. Dat gebeurde niet om inhoudelijke redenen, maar omdat daarmee de grond onder het voortbestaan van het kabinet wegviel.

Vooral premier Kok werd donderdag uitgebreid bevraagd over die uitspraak. De kamerleden Balkenende (CDA), De Graaf (D66), Rosenmöller (GroenLinks) en Marijnissen (SP) hadden vorige week van Kok begrepen dat alle ministers om inhoudelijke redenen waren afgetreden. De premier, die zich al eerder verontschuldigde dat hij niet in de hoofden van alle ministers kon kijken, zei donderdag dat hij inderdaad niet „alle neuzen geteld” had.

Van Aartsen zelf noemde het een „zijtoneel.” Wat voor hem bij het aftreden speelde was „het volstrekte respect voor wat premier Kok besloot.” Deze uitspraak ontlokte aan GroenLinks-leider Rosenmöller de beschimping dat paars eigenlijk een raar kabinet was. „Eerst wilden enkele ministers aftreden, en nadat het hele kabinet is afgetreden, zegt er één: van mij had het niet gehoeven.”

Erg inhoudelijk werd het debat verder niet. Dat had te maken met de parlementaire enquête die gehouden gaat worden. Zelfs de SGP-fractie stemde daar donderdagavond laat alsnog voor, waardoor alleen de VVD tegen bleef. Premier Kok ging er vanuit dat hij zijn verhaal over Srebrenica nog uitgebreid voor de parlementaire enquêtecommissie kan doen.

De enquête wordt overigens gewoon door de Tweede Kamer gehouden. Pleidooien van CDA en SGP om de Eerste Kamer ervoor te vragen, vonden geen steun.