President Nigeria wil nog niet met pensioen
President Olusegun Obasanjo van Nigeria, wiens verkiezing in 1999 een eind maakte aan vijftien jaar wreed en corrupt militair bestuur, wil volgend jaar weer meedoen aan de presidentsverkiezingen.
Bij zijn aantreden had hij dat niet gedacht, zo zei hij donderdag, maar het is hem van lieverlee duidelijk geworden dat Nigeria voor zeer zware economische en politieke opgaven staat.
Obasanjo’s aanhangers, die zich in afwachting van de aankondiging in de hoofdstad Abuja hadden verzameld, reageerden enthousiast. De verkiezingen moeten in de eerste helft van volgend jaar worden gehouden, mogelijk in april.
Obasanjo zei tot zijn besluit te zijn gekomen na langdurige consultatie met familie, vrienden, tegenstanders en bondgenoten. „Ik heb nagedacht en gemediteerd en tot de Almachtige God gebeden”, zei hij. Hij beloofde de nog altijd ernstige corruptie te bestrijden en drong er bij de Nigerianen op aan zich in de aanloop tot de verkiezingen niet door geweld te laten overmannen. Op een zeker moment in zijn redevoering begon Obasanjo te zingen: „Ik heb besloten Nigeria te dienen.”
Obasanjo is door critici beschuldigd van pogingen zijn kansen op herverkiezing te verhogen door de registratie van andere dan de drie nu bestaande partijen tegen te werken. Maar woensdag ging de president akkoord met plannen om de gemeenteraadsverkiezingen van 18 mei, die gelden als een graadmeter voor de landelijke verkiezingen, uit te stellen tot 10 augustus. Het uitstel maakt het mogelijk nieuwe partijen in te schrijven en kiezerslijsten bij te werken.
Chief Solomon Lar, een oud-voorzitter van Obasanjo’s Democratische Volkspartij, prees Obasanjo op de bijeenkomst als de leider die Nigeria heeft verlost van een „wolk van angst” en ervoor heeft gezorgd dat het land niet langer een pariastaat is.
Onder Obasanjo is er grote verbetering gekomen in de rechten van het individu, dat onder het militaire bewind bloot stond aan willekeurige arrestatie en marteling. De economische vooruitgang is evenwel slechts bescheiden geweest en er is sprake van toenemend etnisch, religieus en politiek geweld, dat al duizenden levens heeft gekost. Vooral het doodschieten van meer dan 200 burgers door het leger, kennelijk als vergelding het doden van negentien militairen door een etnische minderheid, is slecht gevallen.
Tegenstanders van Obasanjo zeggen dat de president aan dezelfde grootheidswaan begint te lijden als zijn militaire voorganger Sani Abacha, die ook probeerde te worden herkozen voor hij in 1998 plotseling overleed aan een hartaanval.
De 65-jarige Obasanjo werd in 1979 de militaire leider van Nigeria. In 1979 gaf hij, als eerste juntaleider ooit, het gezag terug aan een burgerregering. Vier jaar later keerden de militairen na een coup in het bestuur terug en onder Abacha werd de oud-militair Obasanjo zelfs een politieke gevangene.